Boekbesprekingen Boekbesprekingen




Klik op de rode naam van het boek om snel (zonder scrollen) naar de boekbespreking van het boek te gaan.

De Future of Faith (Harvey Cox) - De Klokkenluiders (Michel van der Plas) - Reaching Out (Harry Nouwen) - Na een gezonde geloofscrisis  (Jan Offringa) - Waarop wachten we  (Notker Wolf) -  De dood leeft!  (Klaus Berger e.a.) -  Op de grens van geest en stof (Laurence W. Fagg) -  Stilte als antwoord  (Sara Maitland) -  Waar blijft de ziel?  (Bert Keizer) - Emo's reis  (Dick E.H. de Boer) -  Het vergeten Christendom (Philip Jenkins) -  Historie der Martelaren  - Aan Babylons stromen (Dr. M.A. Beek) - Wie is Jezus Christus?  (E. Meijering)Jongerenbijbel (Nederlands Bijbelgenootschap 2006) - Wat ik geloof (Hans Kung) - Dit is geen verdediging (Francis Spufford) - De Stille Stem; niet weten als levenshouding (Jan Oegema) - Jeugdbijbel (Nederlands Bijbelgenootschap 2014) -  Bijbel in Gewone Taal - Het Licht van het geloof (Paus Franciscus) -  Een familie in oorlogstijd (Rositat Steenbrink) -  Nora (Colm Toibin) - Geloof in de publieke ruimte (Rowam Williams) God Iets of Niets? (Taede A. Smedes) Moederkerk (Jos Palm) A Gift of Love (Martin Luther King Jr) - Spreken over Boven (Gert J. Peelen) -  Hoor nu mijn stem (Franca Fleur) - De Wintertuin (Jan Konst) -  Homo Deus (Yuval Noah Harari) -  Bijbelse Miniaturen (Carel ter Linden)-  de Bourgondiers (Bart van Loo) -  Verzameld werk (G.L. Durlacher) - Ongelofelijk, een verrassende comback van religie (Yvonne Zonderop) Ararat (Frank Westerma) -  Liefde in Dresden (MIchel Veering) -  De meeste mensen deugen (Rutger Bregman) -  De kunst van het ongelukkig zijn (Dirk de Wachter) -  De Jacobsboeken (Olga Tokarczak) - Ode aan de oude Groninger kerken (Marjolein de Vos) - Schilder van tederheid (Remon van Geemeren) - Liever dier dan mens. Een overlevingsverhaal (Pieter van Os) - De moed om te vergeven (Ndaba Mandela) - De Zwijger (Rene van Stipriaan) - Fortuna's kinderen (Annejet van der Zijl) - Dochters van de winterkoningin (Nancy Goldstone) - De tuinen van Buitenzorg (Jan Brokken) - Reparatie van de wereld (Slobodan Snajder) - Brieven aan Camondo (Edmund de Waal) - 

Auteur: Edmund de Waal
Titel: Brieven aan Camondo
Uitgever: De Bezige bij
Jaar van uitgave: 2021

Wie kent niet het hierbij afgedrukte portret van een jong meisje, gemaakt door de Franse schilder Auguste Renoir? Het is een portret van de 8-jarige Irène Cahen d’Anvers, dochter uit een rijk Joods bankiersgezin in Parijs, geschilderd in 1880. In de Tweede Wereldoorlog kiest de nazi Goering het uit voor zijn privéverzameling, en zijn vrouw is dol op dit schilderij. Later vernietigt de Gestapo in Parijs veel joodse familieportretten, maar dit portret blijft gespaard.
De lotgevallen van dit schilderij zijn een onderdeel van het verhaal dat Edmund de Waal vertelt in zijn Brieven aan Camondo. De Waal, een Britse ceramist, met een Nederlandse grootvader, heeft eerder het verhaal van zijn eigen joodse familie Ephrussi en hun lotgevallen verteld in het prachtige De haas met de amberkleurige ogen. Nu vertelt hij het verhaal van een bevriende familie, de familie Camondo, die lang geleden van Constantinopel naar Parijs trok, daar in zaken ging en welvarend werd. De hoofdpersoon, graaf Moise de Camondo, trouwt met Iréne als zij 19 is. Ze krijgen een zoon Nissim en een dochter Beátrice. De zoon wil zijn land (Frankrijk!) dienen, en komt als vliegenier om in de Eerste Wereldoorlog. In 1935 schenkt zijn vader zijn prachtige huis vol kunstschatten aan de Franse staat, en dit ‘hôtel’ wordt het Musée Nissim de Camondo. Uit dit alles blijkt hoe deze familie zich deel voelt van de Franse natie. Maar deze totale integratie helpt hen niet wanneer de Duitsers Frankrijk binnenvallen. Moise Camondo overlijdt in 1936, maar zijn dochter Beatrice en haar kinderen vinden hun dood in de holocaust. Alleen Irène, al lang gescheiden van Moise, en katholiek geworden, overleeft de Tweede Wereldoorlog.
De gevolgen van de holocaust komen ook aan de orde in twee recent verschenen boeken van de Britse jurist Philippe Sands (Oost-Weststraat en De Rattenlijn ). In zijn boeken staat het tribunaal van Neurenberg in 1948, waarin de grootste nazimisdadigers terecht stonden, centraal. Zijn eigen familie, afkomstig uit Oost-Europa, deels vermoord, en deels gevlucht, blijkt een belangrijke rol gespeeld te hebben in de vervolging van de nazimisdadigers en de introductie van het begrip genocide. Zijn boeken lezen als detectives, waarbij de auteur op zoek gaat naar wat er gebeurd is met zijn familie.
En zo, verteld door nabestaanden van de slachtoffers van antisemitisme, komen de verhalen over alle gevolgen ervan op een heel indringende manier bij je binnen.
Geert Booij

Auteur: Slobodan Šnajder
Titel: De reparatie van de wereld.
Uitgever: Wereld Bibliotheek, Amsterdam
Jaar van uitgave: 2021

Šnajder is een Kroatische schrijver en komt uit een oorspronkelijk Duitse familie, zoals zijn naam (Duits: Schneider) al aangeeft. Dit boek is de Nederlandse vertaling van een roman die oorspronkelijk in 2015 verscheen. De hoofdpersoon is George Kempf, een Kroaat met Duitse wortels die als 'Volksduitser' door de SS wordt ingelijfd. Hij komt zo in 1943 in Polen terecht, waar hij deserteert en samen met de Poolse en Russische partizanen tegen de Duitsers vecht. Na de oorlog keert hij terug naar Joegoslavië, en trouwt met Vera, die als jonge communist en partizaan tegen de Duitsers heeft gevochten. Het besef dat ze ooit tot twee verschillende kampen behoorden ontwricht op den duur hun huwelijk. Hun enige zoon heeft in het boek de rol van verteller.
            Het verhaal over het leven van Kempf geeft een kaleidoscopisch beeld van de geschiedenis van Midden-Europa, een gebied waar zoveel gevochten en geleden is. Niet voor niets noemt de historicus Timothy Snyder dit deel van Europa de Bloodlands. Kempf ziet werelden uiteenvallen, zoals de Joodse wereld in Polen en Rusland, en vraagt zich af hoe we dit soort destructie te boven kunnen komen. Hoe is “ de reparatie van de wereld” mogelijk? Die vraag doet zich opnieuw voor als Joegoslavië in 1991 uit elkaar valt, met veel onderling geweld. En waarom lopen mensen zo gemakkelijk achter idolen aan. De schrijver heeft als motto vóór in het boek een citaat uit het bijbelboek Numeri (Numeri 21:6-9), waarin wordt verteld dat Mozes voor het volk, dat angstig is omdat er veel mensen door slangenbeten overleden, een koperen slang op een stang zet; “ en het geschiedde, als een slang iemand beet, zo zag hij de koperen slang aan, en hij bleef levend.” .
            Het boek laat zien hoe moeilijk het is om altijd de juiste keuze te maken, ook omdat we de last van het verleden op een of andere manier met ons meedragen. Een boek dus dat elke lezer tot nadenken zal stemmen.
Geert Booij


Auteur: Jan Brokken
Titel: De tuinen van Buitenzorg
Uitgever: Atlas contact
Jaar van uitgave: 2022, 7e druk

Jan Brokken verraste me weer met een prachtig boek; dit keer over zijn moeder. Hij doet dat goeddeels aan de hand van brieven, die zij aan haar zuster scheef. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog vertrok zij met haar man naar wat toen Indië heette, om daar voor de kerk te gaan werken.
Vanaf pagina één was ik er in thuis. Het verblijf in het Zendingshuis in Oegstgeest, boeiend en rommelig. Daarna de eerste overweldigende indrukken van een land dat nu Indonesië heet. Het gaat hier in het bijzonder om de tuinen van Buitenzorg; een prachtige internationaal geroemde hortus botanicus in de koelte van de bergen ten zuiden van het smoorhete Jakarta. Daarna volgt de alle energie opzuigende hitte van een eiland in het oosten, in dit geval Sulawesi.
Het is de generatie vóór de mijne die ik goed gekend heb. Ook nu weer ben ik onder de indruk van hun inzet en de  kennis die zij vergaard (en voor het nageslacht bewaard!) hebben over de cultuur van deze eilanden. De vader van Jan Brokken was gespecialiseerd in die van de Saleyer, ten zuiden van Makassar. Het is helaas ook de generatie die de Jappenkampen moest overleven en  - nog weer later - zijn draai moest vinden in een kerkelijk verzuild Nederland.
Jan Brokken schreef hier éen van zijn beste boeken.
Bert Kramer
 
Auteur: Nancy Goldstone
Titel: De dochters van de winterkoningin. Vier prinsessen in ballingschap.
Uitgever: Omniboek, Amsterdam
Jaar van uitgave: 2021

We ervaren het als heel gewoon dat in Heiloo en Limmen er een goede verstandhouding en samenwerking is tussen de protestantse gemeenten en de katholieke parochies. Ook de verzuiling, waarin protestanten en katholieken in ieder geval al lange tijd min of meer vredig naast elkaar leefden, maar ieder in de eigen zuil, is op zijn retour. Dit boek over de winterkoningin herinnert ons eraan dat het wel heel anders is geweest, en dat de tegenstelling tussen katholieken en protestanten hele landen, en ook heel Europa heeft verscheurd, met grote verwoestingen en ontelbare doden als gevolg.
Wie was die winterkoningin? Het is Elizabeth Stuart, een dochter van koning James I van Engeland. Zij trouwt op 16-jarige leeftijd met de protestant Frederick V, keurvorst van de Palts. Frederick wordt uitgenodigd om koning van Bohemen te worden, in strijd met de wil van de katholieke Habsburgse keizer Ferdinand. Frederick en Elisabeth worden in 1618 in Praag gekroond tot koning en koningin van Bohemen. Maar hun koningschap duurt maar één winter, het volgend jaar worden ze door de Habsburgse keizer smadelijk verdreven, en Elizabeth vlucht met haar man naar Den Haag, waar haar oom Maurits, de stadhouder, haar onderdak biedt. De verdrijving van het Boheemse koningspaar is het begin van de dertigjarige oorlog tussen protestanten en katholieken, een rampzalige strijd waarbij de bevolking van Duitsland halveerde, en veel werd verwoest. De oorlog eindigt pas met de Westfaalse vrede van 1648, gesloten in Münster en Osnabrück, die ook het einde betekende van ‘onze’ Tachtigjarige oorlog.
Het echtpaar krijgt in totaal dertien kinderen. Een aantal van die dertien kinderen wordt in Leiden, de plaats waar een goede universiteit staat, opgevoed en onderwezen. Nancy Goldstone vertelt het verhaal van vier van Elizabeth Stuarts dochters: Elizabeth, Lousia, Henrietta Maria, en Sophie, van wie vooral de laatste de loop van de geschiedenis bepaalde.
De intelligente oudste, Elisabeth, die intens bevriend was met Descartes werd abdis van een fameus Duits protestants vrouwenklooster. Ook haar zus Louise Hollandine onttrok zich aan het huwelijk, toen ze (schandaal!) katholiek werd en ervandoor ging naar een Frans klooster. Henriëtte Maria liet zich braaf uithuwelijken naar het verre Transsylvanië, waar ze al snel kinderloos stierf. Het dynastieke succesnummer van de familie was Sophia, die keurvorstin van Hannover werd. Haar zoon George zou de Britse troon erven. Stadhouder Willem III, die in 1688 koning van England werd (The glorious revolution) stierf kinderloos. Zijn opvolgster, koningin Anna overleed in 1714 zonder een opvolger na te laten. Ze werd in totaal zeventien keer zwanger. Twaalf van haar zwangerschappen liepen uit op een miskraam of doodgeboren kinderen. Van de vijf levend geborenen overleden er vier vóór hun tweede verjaardag. De vijfde overleed op 11-jarige leeftijd. En zo kreeg Groot-Brittannië het huis van Hannover als koningshuis.
Het boek is prachtig geschreven, met veel details over het leven van vorsten en hun kinderen in de 17e en 18e eeuw, in een Europa dat verscheurd was door de godsdienststrijd. Het vertelt ons indringend hoe de Reformatie de geschiedenis van Europa heeft bepaald.
Geert Booij

Auteur: Annejet van der Zijl
Titel: Fortuna's kinderen
Uitgever: Hollands diep 
Jaar van uitgave: 2021

Kerkhistorici, kunsthistorici en theologen van de Vrije Universiteit van Amsterdam gaan onderzoek doen naar de betrokkenheid van protestantse kerken bij de slavernij en het kolonialisme. De gevolgen ervan zijn tot op heden merkbaar, niet alleen in de V.S. (Black Lives Matter!), maar ook in Nederland, bijvoorbeeld in de vorm van racisme. Het lijkt me goed dat dit onderzoek gedaan wordt. Het kan ons bewuster maken van onze eigen onterechte vooroordelen en gedragspatronen.
Slavenhandel en slavernij zijn lange tijd met de Bijbel in de hand goed gepraat en de leiders van de kerken die in de PKN zijn opgegaan waren geen voorlopers in de discussie over afschaffing van de slavernij. Predikanten die in Suriname voor “zending” waren, kregen bijvoorbeeld soms uitbetaald in slaven en waren ook plantagehouder. Het zijn vooral de protestantse kerken die verbonden zijn met het koloniale verleden. Sporen van dat verleden kunnen we nog zien in de protestantse kerk van Limmen. Er hangt daar een rouwkas van Jacobus Du Peyrou. De oorspronkelijk Amsterdamse familie Du Peyrou had een landgoed in Limmen, en was zeer vermogend doordat ze plantages had in Suriname. Er is ook een grafmonument voor Anna Maria Du Peyrou en haar man François de Meij, die bewindvoerder was van de West-Indische compagnie.
Niet iedereen vond slavernij acceptabel. In het net verschenen, goed geschreven boek van Annejet van der Zijl met de titel Fortuna’s kinderen. Een transatlantische familiekroniek vertelt de schrijfster het bijzondere verhaal van de Nederlander Leon Herkenrath die in Charleston, een centrum van slavenhandel, zijn hart verloor aan een jonge slavin, Juliette, die hem uitstekend verzorgd had tijdens een ziekte. In 1818 was Leon naar Amerika vertrokken om daar zijn geluk te beproeven. Juliette is de dochter van een slavin en een Schotse koopman, en zelf eigendom van de koopman James Magnan. Leon koopt haar vrij, en trouwt in het geheim met haar. Omdat het te gevaarlijk is om het huwelijk publiek te maken, smokkelt hij haar naar Nederland. Juliette gaat in Monster wonen, op het landgoed van Leons familie, en Leon pendelt heen en weer tussen Monster en Charleston. Een van hun vele kinderen, Virginie, trouwt met James de Fremery, lid van een bevriende familie. Dit paar gaat naar San Francisco, en bouwt daar een heel welvarend bestaan op.
Het verhaal van Van der Zijl is inspirerend omdat het laat zien dat ook in de 19e eeuw er al mensen waren die een afkeer hadden van slavernij en racisme, en met grote persoonlijke moed zich verzetten tegen die misstanden.
Geert Booij

Auteur: Rene van Stipriaan
Titel: De zwijger. het leven van Willem van Oranje
Uitgever: Amsterdam: Querido Facto 
Jaar van uitgave: 2021

Voor het lezen van deze monumentale biografie van Willem van Oranje moet je wel rustig de tijd nemen. Niet eens vanwege de omvang, maar vooral door de overvloed van nuances die de schrijver aanbrengt. Geert Mak noemt dat heel treffend ‘weetjes’.
Het beeld dat naar voren komt, is dat van een hoveling aan het Bourgondische hof in Brussel. Willem was welbespraakt, en zelfs spraakzaam, maar liet zelden het achterste van zijn tong zien. Om te overleven moest je kunnen meebewegen, ook in je standpunten. Het leverde hem de bijnaam De Zwijger op. Willem had vele, uitgebreide bezittingen in de Nederlanden. Die wilde hij graag houden. Van Stipriaan noemt hem daarom ambitieus. Toch ontkwam hij er niet aan, dat zijn diplomatieke spel uitliep op een openlijke strijd met de landsheer Philips II. In die strijd vond hij de Geuzen en de Calvinisten aan zijn zijde. Met beiden had hij een haat-liefdeverhouding. Hij had grote moeite met hun manier van optreden, maar kon niet zonder hen.
De Geuzen zorgden met de verovering van Den Briel weliswaar voor een doorbraak in de vastgelopen strijd tegen Spanje, maar hun plundertochten en roofpartijen zetten ook heel veel kwaad bloed. De schade die deze 'frisse jongens'  aanrichtten is tot de dag van vandaag te zien aan de Witte Kerk in Heiloo en de Ruïne(!)kerk in Bergen. Overigens hadden ook de troepen van Willem van Oranje bepaald geen schone handen. Met name in het zuiden – het huidige België – werden kloosters op vaak beestachtige wijze schoongeveegd.
Ook de Calvinisten bezorgden Willem van Oranje slapeloze nachten. Hij stond in de opkomende traditie van het humanisme ( Erasmus) dat stond voor religieuze verdraagzaamheid en godsdienstvrijheid. Maar hij moest met lede ogen aanzien, dat de Calvinisten wel de vrijheid van godsdienst namen, maar deze vervolgens aan anderen ontnamen. Ze probeerden in Gent zelfs een theocratie te stichten, voor mij zo'n ' weetje' . Waar Oranje opriep tot verdraagzaamheid, leidde dit alleen maar tot wantrouwen en nog meer radicaliteit. Zo dreigde de strijd om de onafhankelijkheid  meer en meer te ontaarden in een burgeroorlog en zelfs een godsdienstoorlog.
Wat mij bijblijft is het beeld van een indrukwekkende persoonlijkheid met een groot vermogen om vol te houden en door te zetten. Willem van Oranje was zeker niet de Vader van de Calvinistische Kerk in  Nederland. Maar hij was wel de Vader des Vaderlands, en stond aan het begin van de eenwording van de (noordelijke) Nederlanden.
Bert Kramer

Auteur: Ndaba Mandela
Titel: De moed om te vergeven; levenslessen van mijn grootvader
Uitgever: Lev. ISBN 9789400509955 
Jaar van uitgave: 2018

Ndaba beschrijft als kleinzoon van Nelson hoe hij met 11 jaar in 1993 in het huis van zijn grootvader werd opgenomen. De geschiedenis van de bevrijding van de rassendiscriminatie in Zuid-Afrika, de rol daarbij van zijn beroemde opa, Madiba genoemd, en zijn eigen geschiedenis tot op heden zijn daarin verweven. Drie jaar eerder op 11 februari 1990 werd Nelson na 27 jaar gevangenschap op Robbeneiland vrij man. Tevens was hij na de onderhandelingen met de Klerk, destijds de president, uitgegroeid tot de meest populaire leider van de zwarte bevolking en voor veel blanken een vuurtoren met licht waarop je kon vertrouwen. Na de eerste vrije verkiezingen in april 1994 werd Nelson op 10 mei van dat jaar ingehuldigd als president. Daarmee begon ook het leven van een democratisch land voor alle inwoners. Nu wel een huis mogen kopen of een stuk grond, wel mogen streven naar meer beloning en beter onderwijs ook voor de zwarte bevolking.
Nelson zelf stamde uit het koninklijk huis van Thembu uit het land van de Xhosa’s in het Zuid-Oosten, en behoorde tot de “happy few”. Hij had voor advocaat gestudeerd en was toegelaten tot de Orde van Advocaten. Al vanaf z’n 25e jaar waren Nelson en zijn beroemde vriend Oliver Tambo betrokken bij het verboden African National Congres, het ANC, dat streed voor een einde aan de rassenscheiding; dat was 50 jaar eerder! In 1994 vierde Nelson zijn 76e verjaardag.
Ndaba heeft zich vanaf zijn eerste ontmoeting met zijn grootvader en dat was op z’n 7e jaar in 1989 op Robbeneiland, verbaasd over diens moed en streven naar vergeving en vrede. Samen hebben ze 20 jaar opgetrokken en veel gepraat, beleefd en samengewerkt tot Nelson in 2013 overleed. Het viel daarbij niet altijd mee om te voldoen aan de hoge verwachtingen van zijn grootvader Met vallen en opstaan is het toch gelukt en de vriendschap groeide. Ndaba werkt nu als advocaat voor de “Africa Rising Foundation” die jonge Afrikaners helpt bij hun ontwikkeling. Tevens is hij woordvoerder voor het United Nations UNAIDS Programma. Hij maakte het van nabij mee; zijn vader overleed aan de ziekte. Hij en z’n grootvader belegden daarover een radiotoespraak. De moed om er over te spreken zou het beste medicijn blijken te zijn.
Een boek dat spreekt over volharding en de betekenis van discipline, over het streven naar vrede en recht met de moed van vergeven en over het levend houden van de hoop. Het ademt veel respect voor mensen en tradities, met humor verhalend in grote lijnen, en dat met tal van anekdotes, over het ontstaan van democratie voor de mensen in een nauw verwant land dat Zuid-Afrika is.
Henk Bikker

Auteur: Pieter van Os
Titel: Liever dier dan mens. Een overlevingsverhaal. 
Uitgever: Amsterdam: Prometheus. ISBN 9789044636710
Jaar van uitgave: 2019

Eind november overleed in Amstelveen op 94-jarige leeftijd mw. Marilka Shaler. Over haar schreef Pieter van Os dit indrukwekkende boek, dat de Libris Geschiedenisprijs 2020 won. De hoofpersoon werd geboren in Warschau als Mala Rivka Kizel, in een orthodox-joods gezin. De titel van het boek is ontleend aan een lang satirisch gedicht dat mw. Shaler uit haar hoofd kon declameren.  Als enige van het gezin overleefde ze de Jodenvervolging, door zich voor te doen als niet-Jood. Ze had blond haar en blauwe ogen, ze sprak naast Jiddisch ook goed Pools, en ze had als kind op school katholieke gebeden geleerd. Zo lukte het haar uit het getto van Warschau te ontsnappen, en zich voor te doen als een Poolse en later als een Volksduitse. Uiteindelijk kwam ze terecht bij een Duitse (nazi-)familie, in de buurt van Maagdenburg, na omzwervingen door Duitsland en de Oekraïne. Ze trouwde na de oorlog met een Auschwitz-overlevende, ging met haar man naar Israël. Toen haar man voor de luchtvaartmaatschappij El-Al in Nederland ging werken, vestigden ze zich in Amstelveen.
Het boek van Pieter Van Os is niet alleen het levensverhaal van deze bijzondere vrouw. De schrijver gaat naar de plekken waar ze geleefd heeft, en zoekt contact met mensen die haar hebben meegemaakt. Zo geeft dit boek een indringend beeld van het antisemitisme dat niet alleen in Duitsland, maar ook in Polen sterk was, en na de oorlog nog steeds bleef, getuige de schokkende antisemitische gebeurtenissen in het naoorlogse Polen die door Van Os beschreven worden.
Dit boek is heel actueel voor ons, gezien de schuldbelijdenis van de PKN die op 11 november werd uitgesproken door ds. De Reuver, de scriba van de generale synode van de PKN, waarin hij zei dat kerkelijke instanties zich in oorlogstijd niet genoeg hebben uitgesproken tegen de Jodenvervolging in Nederland. Die tekst staat ook in dit kerkblad afgedrukt.
Het boek van Pieter van Os is het aangrijpend verslag van een zoektocht naar wat er in de Tweede Wereldoorlog en daarna gebeurd is met onze joodse medeburgers, en hoe dat kon gebeuren.
Geert Booij


Auteur: Rémon van Geemeren
Titel: Jan Mankes 1899-1920. Schilder van tederheid. Een biografie.
Uitgever: Zwolle: W-books, ISBN 9789462583498
Jaar van uitgave: 2020

Dit jaar is het 100 jaar geleden dat de schilder Jan Mankes in Eerbeek overleed aan tuberculose. Naar aanleiding hiervan is er een tentoonstelling van zijn werk in museum More in Gorssel, en volgend jaar in museum Belvedère in Oranjewoud.
Mankes was een briljant schilder van de natuur: verstilde landschappen uit de omgeving van De Knipe (bij Heerenveen), dieren, stillevens, en ook prachtige portretten, waaronder een heel mooi van zijn vrouw Annie Zernike (een zus van de natuurkundige en Nobelprijswinnaar Frits Zernike). Zij was de eerste vrouwelijke predikant in Nederland, van de doopsgezinde gemeente van De Knipe. Daar ontmoette Jan haar, toen hij als jongeman met zijn ouders in De Knipe ging wonen. Ondanks hun grote verschillen in achtergrond werd hun huwelijk een hechte relatie.
Het bijzondere van Mankes, dat in deze mooie biografie uitvoerig aan de orde komt, is de geestelijke worsteling van Mankes die achter zijn schilderijen zit. Die worsteling komt naar voren in de vele brieven die Mankes schreef aan enkele vrienden, en aan zijn vrouw. Het gaat hem niet zonder meer om de nauwkeurige weergave van de werkelijkheid. Zijn schilderijen hebben een mystieke en verstilde uitstraling. Daarmee is ook verbonden het gevoel van vergankelijkheid en melancholie. “De dingen bezien van een afstand, in kalme contemplatie, en zo beter inzien wat hun waarde is, en dichter bij de waarheid komen”, zo vat biograaf van Geemeren het diepste verlangen van Mankes samen. Hij voelde zich zeer verwant met Vermeer en met Vincent van Gogh, net zoals nu weer de schilder Henk Helmantel van wie er in Assen nu een overzichtstentoonstelling is, in Mankes een voorbeeld ziet.
Mankes en zijn vrouw vertrokken na hun huwelijk – als getrouwde vrouw kon je geen predikant zijn - naar Den Haag, waar de lucht beter zou zijn voor zijn gezondheid. Ook toen bleef de tbc die hem kwelde, en daarom vertrokken ze naar Eerbeek, in de hoop dat de gezonde boslucht daar hem zou helpen te herstellen. Die hoop bleek ijdel, en Mankes overleed op 30-jarige leeftijd. Zijn vrouw bleef achter met hun enige kind, en is nooit weer getrouwd.
Deze biografie geeft een indringend beeld van het korte leven van Mankes, en van het werk dat hij gemaakt heeft, werk dat nog steeds ontroert.
Geert Booij

Auteur: Marjolein de Vos e.a. 
Titel: Ode aan de oude Groninger kerken 
Uitgever: Philips, Elchers - ISBN 9789050481991
Jaar van uitgave: 2019

Vijftig jaar geleden, in 1969, werd de stichting Groninger oude Kerken opgericht. Ik heb dat tijdens mijn studie in Groningen van nabij meegemaakt. Het platteland ontvolkte, de kerken begonnen leeg te lopen, ede interieurs dreigden verloren te gaan. Regnerus Steenstra zag het met lede ogen aan en wist een stichting van de grond te tillen, die vele kerken voor de ondergang heeft bewaard. Het gaat om ware parels van ons culturele erfgoed. Vele van deze kerken stammen uit de 12e eeuw en stralen een adembenemende sobere eenvoud uit.
Aan een aantal van deze kerken heb ik bijzonder herinneringen. De kerk van Sappemeer kreeg haar prachtige koperen koepel terug. In deze kerk ging ik voor het eerst van mijn leven officieel voor in een kerkdienst. De kerk van Kielwindeweer vormt één geheel met de monumentale pastorie. Wel zo goedkoop. Toen ik er preekte , kwam het respectabel aantal van acht kerkgangers opdraven. Nu is het een restaurant, waar je ook kunt overnachten.
De kerk van Wittewierum  is deels gebouwd op de fundamenten van het oude klooster De Bloemhof. Mijn vader was er predikant. Toen hij kwam, waren er 28 kerkgangers; toen hij zeven jaar later vertrok waren het er 56. De pastorie van de kerk van Slochteren ligt achter de kerk, in een klein park compleet met vijver, waar de kinderen van mijn grootvader ’s winters op het ijs schaatsten.
De grote afwezig in dit boek is de Martinikerk in Groningen. Dat is jammer. Maar wel is er volop aandacht voor een andere niet minder monumentale kerk in de stad: de Der AA-kerk.  
In een prachtig boekwerk wordt een ode gebracht aan deze kerken. Bij de prachtige afbeeldingen staan verbeeldende teksten van onder meer Marjoleine de Vos. Het is een ware lofzang geworden.
Bert Kramer

Auteur: Olga Tokarczak
Titel: De Jacobsboeken 
Uitgever: De Geus, ISBN 9789044537970
Jaar van uitgave: 2019

Op dit ogenblik is Olga Tokarczuk de belangrijkste schrijver van Polen. Zij schreef een ronduit monumentaal boek over een bijna vergeten hoofdstuk in de geschiedenis van Midden-Europa. Hoofdpersoon is de joodse religieuze leider Jacob Frank ( 1726 – 1791). Hij werd geboren in de Oekraïne, dat toen bij Polen hoorde. Hij riep zichzelf met succes uit tot de nieuwe messias en slaagde erin een enorme beweging op gang te brengen. Zijn levensverhaal leest als een detective. Hij belandde in een Turkse gevangenis en bekeerde zich tot de islam. Hij ontwikkelde hij een eigen geloofsleer, op grond waarvan de joodse gemeenschap hem in de ban deed. Daarna liet hij zich samen met zijn volgelingen dopen. De kerk maakte daar een media- spektakel van. Zijn gedachtengoed komt bij ons soms als ronduit bizar over. Maar grote indruk op mij maakte de wijze waarop hij straatarme joden zonder enig burgerrecht, kracht en waardigheid en ook enige welvaart wist te geven.
Olga Tokarczuk beschrijft deze beweging met een indrukwekkende kennis van zaken. Ronduit verbluffend is haar vermogen om zich in te leven in de wijze van denken en geloven van deze beweging. Daarbij benoemt ze rustig ook de schaduwzijden: het soms ernstig misbruik, dat deze leider van zijn macht maakte. Daarvan werden vooral vrouwen en jongens het slachtoffer.
Pas bij de  laatste 150 pagina’s valt de spanning iets terug. Jacob Frank heeft zich dan gevestigd; letterlijk als vorst op een kasteel in Duitsland. Na zijn dood verliep de beweging en toen Napoleon op het wereldtoneel kwam, werd ze weggevaagd.
Dit boek bewaart de herinnering. 
Bert Kramer

Auteur: Dirk de Wachter
Titel: De kunst van het ongelukkig zijn. 
Uitgever: Tielt: Lannoo Campus, ISBN 9789401463584
Jaar van uitgave: 2019

De Belgische psychiater en psychotherapeut Dirk de Wachter heeft de laatste jaren diverse boeken geschreven over geestelijke gezondheid. Zijn boodschap in dit beknopte boekje is dat ongelukkig zijn hoort bij het leven, en niet direct zou moeten leiden tot een vraag om geestelijke gezondheidszorg. Het leven van een mens kan nooit alleen maar een succesverhaal zijn. Soortgelijke gedachten hoorde ik in de Kerstpreek van ds. Edward Kooiman over ‘De kwetsbaarheid van het Kerstkind’.
Volgens De Wachter is streven naar het geluk als levensdoel een vergissing. In plaats van daarvan moeten we streven naar zin en betekenis, dat is waar volgens hem het leven om draait. De huidige maatschappij, zo zegt De Wachter, brengt vervreemding en eenzaamheid met zich mee, en we kunnen die tegengaan door ons te verbinden met andere mensen, aandacht voor hen te hebben. Zo kan ongeluk een bron van geluk zijn, omdat we door verbinding met anderen ons leven zin geven. Ook onszelf kan de steun van andere mensen veerkracht geven in moeilijke situaties.
De Wachter wijst erop dat door ontkerkelijking en secularisatie veel traditionele gemeenschapszin is verdwenen. Ook rituelen die ons samenbrengen in moeilijke momenten zijn aan het verdwijnen. De auteur pleit ervoor om weer meer aandacht te hebben voor de mensen om ons heen, voor de Ander. Hij schrijft het woord ‘ander  met een hoofdletter, daarmee verwijzend naar het werk van de filosoof Emmanuel Levinas, die heeft bepleit dat we juist mens worden door het gezicht van de ander, van de medemens te zien.
De overwegingen van De Wachter zijn inspirerend, en onderstrepen het belang ervan ook onze eigen kerkelijke gemeente te maken tot een gemeenschap van mensen, waarin we, geïnspireerd door de Christelijke traditie, naar elkaar omzien.
Geert Booij

Auteur: Rutger Bregman
Titel: De meeste mensen deugen. Een nieuwe geschiedenis van de mens.
Uitgever: De Correspondent. ISBN 9789082942187.
Jaar van uitgave: 2019

De historicus en journalist Rutger Bregman gaat in dit boek in op de fundamentele vraag hoe we de mens moeten zien. Is deze 'ongeschikt tot enig goed, en geneigd tot alle kwaad', of deugt de mens in principe, maar kan deze door bepaalde omstandigheden worden meegezogen in het kwade. De titel van het boek, een citaat van de vroegere nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer, geeft aan dat Bregman het tweede standpunt wil verdedigen. In de eerste visie op de mens is volgens hem een strenge overheid nodig om het dunne vernis van de beschaving in stand te houden.
            Een beroemd psychologisch experiment dat de eerste visie zou ondersteunen is het experiment uitgevoerd aan Stanford University in 1971, waarbij sommige studenten de rol speelden van arrestant, en anderen die van bewaker. In het experiment zouden de studenten die bewaker speelden, gemakkelijk blijken te vervallen tot mensen die bereid zijn de arrestanten te kwellen en te vernederen. Bregman betoogt dat dit experiment in feite vanaf het begin was gemanipuleerd door de onderzoekers, zodat er helemaal geen sprake was van spontaan gedrag van de studenten in de rol van bewaker.
            Bregman bespreekt een groot aantal verhalen die op het eerste gezicht het eerste standpunt zouden ondersteunen, en vertelt hoe wetenschappers de conclusies van die verhalen onderuit hebben gehaald. Zijn eigen conclusie is steeds dat er veel bewijs is voor het tweede standpunt: mensen deugen wel, als ze maar op de juiste manier bejegend worden.
            Bregmans betoogt dat niet geweld, maar intermenselijk contact en compassie de beste methoden zijn om de samenleving leefbaar te houden en geweld te vermijden. Hij eindig met zijn boek met 10 (!) leefregels, een nieuwe Tien Geboden. Voorbeelden van zulke regels zijn: 'Bij twijfel, ga uit van het goede', en 'Denk in win-win-scenario's'. Bregman, de niet-gelovige zoon van een hervormde dominee, onderbouwt zijn betoog soms ook met Bijbelcitaten, zoals uit de Bergrede: “En ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren” (Mattheus 5).
            Het is te gemakkelijk om Bregmans betoog af te doen als 'niet realistisch', al komen er bij mij natuurlijk allerlei vragen op over zijn aanbevelingen. Hij legt ons op een indringende manier de kwestie voor hoe we maatschappelijke problemen zouden moeten aanpakken. Kiezen we voor repressie, of zijn er andere wegen?
Geert Booij

Auteur: Michel Veering
Titel: Een liefde in Dresden 1945
Uitgever: Balans ISBN 878946003988.
Jaar van uitgave: 2019

We vieren dit jaar dat 75 jaar geleden een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog. Bij die viering past dat we luisteren over de verhalen van toen. Een van die verhalen is het verhaal van Michel Veering, een gepensioneerd neuroloog van het ziekenhuis in Alkmaar. Hij vond niet zo lang geleden in de archieven van zijn familie een dagboek van zijn moeder, en brieven van zijn beide ouders, Jan en Therese Veering, die elkaar in 1944 in Dresden leerden kennen. Veering schreef op basis hiervan een prachtig boek.
            Jan wordt als jongeman met zijn broer als dwangarbeider naar Dresden gestuurd, waar hij in een fabriek moet werken. In de kerk ontmoet hij Therese, dochter van een Joodse zakenman van Oostenrijkse afkomst, die getrouwd is met een vrouw die rooms-katholiek is. Door haar half-joodse afkomst dreigt voor Therese deportatie. Maar dan wordt Dresden in februari 1945 door de geallieerden gebombardeerd. Bij dit bombardement kwamen duizenden mensen om, en de binnenstad van Dresden werd volledig verwoest door de vuurstorm die het gevolg was van het bombardement. De beide geliefden maken dit bombardement mee, maar ze overleven het. Een deportatie van Therese is in die omstandigheden niet meer aan de orde. Ze vluchten weg uit Dresden, richting Praag, omdat de Russen eraan komen, met alle risico's van dien. Na veel omzwervingen komt Therese terecht in Wenen, en Jan reist via Frankrijk terug naar Nederland.
Hoe kunnen ze elkaar terug vinden nu ze elkaars adres niet weten? Uiteindelijk lukt het Jan, met hulp van anderen, haar terug te vinden bij een jeugdconferentie van de katholieke kerk in Oostenrijk. Zo worden de geliefden herenigd, en kunnen ze uiteindelijk in Nederland trouwen.
           Het bijzondere van dit boek is dat het deels een ooggetuigenverslag is, doordat de auteur citeert uit de dagboeken en de brieven. In mijn exemplaar van dit boek – ik woonde eind vorig jaar een lezing van de auteur over dit boek bij – schreef Michiel Veering het motto: “Opdat we nooit vergeten”. Inderdaad, we moeten deze verhalen over diepte- en hoogtepunten in de oorlog blijven vertellen. En gelukkig is er in dit boek dan ook nog een 'happy end'!
Geert Booij

Auteur: Frank Westerma
Titel: Ararat 
Uitgever: Atlas ISBN9789045012995
Jaar van uitgave: 2007

We kennen allemaal de naam Ararat, de naam van het gebergte op de grens van Turkije en Armenië, waar volgens Genesis 8 de ark van Noach vastliep, nadat het water van de zondvloed langzaam zakte. We associëren het woord zondvloed met zonde, omdat volgens Genesis 6 de vloed een straf was voor de verdorvenheid van de mensheid. Maar eigenlijk betekent het woord iets anders: grote of langdurige vloed.
Frank Westerman is bekend als auteur van een aantal mooie boeken over bijzondere geschiedenissen in de 20e eeuw, zoals De Graanrepubliek (over de landbouw in Groningen) en Ingenieurs van de ziel (over de communistische ideologie). Ararat is een heel persoonlijk boek. Het gaat over een tocht naar de Ararat, waar heel wat mensen heengaan omdat ze denken daar de resten van de ark te kunnen vinden. Westerman is daar sceptisch over. In zijn jeugd – hij groeide op in een Gereformeerd gezin – was hij al bezig met de relatie tussen geloof en wetenschap, en ontdekte hij dat je Bijbelse verhalen als die over de zondvloed niet kunt lezen als beschrijvingen van historische gebeurtenissen. Hij zag dat er in het Midden-Oosten ook in andere religies en culturen al heel lang zondvloedverhalen zijn. Dat riep bij hem natuurlijk de vraag op wat dan wel de betekenis van Bijbelse verhalen is. Hij vertelt over de discussies die hij met zijn leraren op de middelbare school had over dit onderwerp.
Westermans bezoek aan het Araratgebergte is amusant beschreven. Er moesten vele bureaucratische en praktische hindernissen worden overwonnen voor hij eindelijk de trip naar de top (5165 meter hoog) kon maken. Hij wilde die reis maken omdat het hem intrigeerde dat zoveel mensen vanaf de 19e eeuw echt op zoek gingen naar resten van de ark en een historische interpretatie van het zondvloedverhaal hanteerden. En niet zomaar mensen. Zo ging de Amerikaanse astronaut Jim Irwin, die op de maan had gelopen en dus vertrouwd was met de moderne wetenschap, steeds opnieuw de hellingen van de Ararat op om sporen van de ark te vinden. Ook een Russische astronaut maakte die zoektocht. Er verscheen bovendien in september 1960 in Life een foto van een bootvormig landschapsreliëf dat sommigen interpreteerden als een spoor van de ark. Westerman blijft zich verbazen.
Het boek eindigt met de tocht op de ijskoude hellingen van de Ararat, niet met een nabeschouwing van de auteur. Ook voor de lezer is er dus een open einde: je moet zelf bepalen welke conclusies je wilt trekken uit Westermans tocht naar de Ararat!
Geert Booij

Auteur: Yvonne Zonderop
Titel: Ongelofelijk, een verrassende comeback van religie 
Uitgever: Prometheus ISBN 9789044640274
Jaar van uitgave: 2018

Journaliste Yvonne Zonderop (1955) beschrijft op een persoonlijke wijze hoe ze, na eerst afscheid genomen te hebben van religie, geloof en kerk,  ontdekt dat daarmee iets wezenlijks verloren is gegaan. Deze ontdekking vormde voor haar de inspiratie voor het boek ‘Ongelofelijk’.
Wat volgens Yvonne Zonderop ondermeer verloren is gegaan, is het samenbindende aspect van religie. Daarnaast vertelt religie een verhaal dat groter is dan het eigen perspectief op de werkelijkheid. Het biedt een traditie waarin je kunt wortelen en een blik op de toekomst, waaraan je een grotere bedoeling kunt ontlenen. Verder zorgt religie of meer in het bijzonder de kerk voor een waardegemeenschap, die garant staat voor belangrijke culturele verworvenheden.
Dat alles met elkaar maakt dat Zonderop opnieuw waardering voor religie, geloof en kerk  heeft gekregen. “Mijn begrip van wat religie met mensen kan doen, is gaandeweg gegroeid. Ik ben veranderd van afwijzend, via ongeïnteresseerd naar onderzoekend”.
Met die onderzoekende en journalistieke geest verkent ze de diverse aspecten van religie. De secularisatie van Nederland confronteert ons met “een morele leegte”. In het politieke debat is er een discussie over “de joods-christelijke erfenis”, die exemplarisch is voor de morele verwarring, aldus de schrijfster. We moeten af van de koudwatervrees van veel politici en bestuurders voor de kerk en kerkelijke of religies geïnspireerde activiteiten. Kerken bieden juist het cement voor onze samenleving!
In haar slothoofdstuk pleit ze ervoor dat we ons rekenschap blijven geven van ons christelijk verleden, waaraan we onze cultuur en waardepatroon ontlenen. Deze waarden zijn “het idee dat ieder mens evenveel waard is”, “het inzicht dat we jegens elkaar een zekere verantwoordelijkheid hebben” en de “aandacht voor het spirituele element in ons leven” .
‘Ongelofelijk’ is een inspirerend boek, ook geschikt voor gespreksgroepen en om aan onze huidige generatie jongvolwassenen de meerwaarde van het “samen-kerk-zijn” duidelijk te maken.
Pieter-Jan van Roon

Auteur: G.L. Durlacher
Titel: Verzameld Werk 
Uitgever: Meulenhoff, Amsterdam ISBN 9029054379
Jaar van uitgave: 1997

In de maand januari vond weer de jaarlijkse herdenking plaats van de bevrijding van Auschwitz door het Sovjet-leger in januari 1945, in Auschwitz zelf, en ook in Amsterdam. Ook verscheen er een fotoboek met foto’s van Joodse Nederlanders in de 2e W.O. Zelf herlas ik het verzameld werk van Durlacher, waarvoor ik hier graag aandacht vraag. Durlacher (1928-1994) vluchtte als kind met zijn ouders naar Nederland vanwege de vervolging van de joden in Hitler-Duitsland. Hij maakt het bombardement op Rotterdam mee, ging daarom met zijn ouders naar Apeldoorn. Daar werden ze in 1942 gearresteerd, en via Westerbork kwamen ze eerst in Theresienstadt, en daarna in 1944 in Auschwitz-Birkenau terecht. Durlacher overleefde doordat hij door kamparts Mengele werd geselecteerd voor een arbeidscommando. Zijn beide ouders overleden in andere kampen. In zijn boek Strepen aan de hemel vertelt hij over deze ervaringen. Hij zag strepen aan de hemel, de uitlaatgassen van vliegtuigen van de geallieerden, en vroeg zich vertwijfeld af waarom die vliegtuigen niet de spoorlijnen naar Auschwitz bombardeerden.
In vervolgpublicaties, allen opgenomen in dit verzameld werk, vertelt Durlacher over zijn moeizame terugkeer naar Nederland, en hoe hij het gewone leven weer probeerde op te pakken. Hij kwam veel onbegrip tegen, de mensen beseften niet wat hij had doorgemaakt, en klaagden intussen over hoe moeilijk ze het zelf hadden gehad door gebrek aan koffie en tabak. Schokkend was het ook voor hem om zijn vroegere overbuurman in Apeldoorn te zien rondlopen in een pak van zijn vader.
Durlacher zocht ook contact met andere overlevenden uit hetzelfde arbeidscommando van 89 jongens, en legde hun verhalen vast. Boeiend en aangrijpend is het om te lezen hoe verschillend deze mensen omgingen met de last van hun verleden.
Durlacher beschouwde het als zijn missie om vooral te waarschuwen tegen onverschilligheid, het wegkijken als medemensen iets wordt aangedaan. Hij spreekt van “de zonder der onverschilligheid”.
Het lezen van dit Verzameld Werk kan ik dan ook van harte aanbevelen.

Geert Booij

Auteur: Bart van Loo
Titel: De Bourgondiers, aartsvaders van de lage landen. 
Uitgever: De Bezige Bij, Amsterdam 
Jaar van uitgave: 2018

Het zit al vanaf de basisschool diep in ons geheugen gegrift: tijdens de Tachtigjarige oorlog (1568 – 1648) vonden wij  elkaar in  onze strijd tegen de Spaanse heerser Philips II. Zo ontstonden de Verenigde,  aanvankelijk zeven Provinciën. Daarbij werden we stevig geholpen door de leer van Calvijn. De democratie die hij in de kerk voorstond paste wonderwel in ons nieuwe staatsbestel, waarin de adel en geestelijkheid het moesten afleggen tegen de welgestelde burgers, de regenten.
In een prachtig boek, dat leest als een roman, laat Bart van Loo ons zien dat het toch wat anders ligt. De wortels van de eenheid van de Lage Landen, waartoe aanvankelijk ook België inclusief het huidige Vlaanderen met de rijke steden Brugge en Gent behoorde, liggen al een eeuw eerder, in de  tijd, waarin het deel uitmaakte van het Bourgondische Rijk, dat zich uitstrekte van het zuid –oosten van  Frankrijk tot wat wij nu Overijssel noemen. De Bourgondische hertog Filips de Goede  (1419- 1467) riep op 9 januari 1464 voor de eerste keer de Staten-Generaal van de Lage Landen in Brugge bijeen. Zijn zoon Karel de Stoute (1467 – 1477) werkte die eenheid verder uit. Dat deed hij overigens niet alleen stoutmoedig, maar ook heel stout; hij beging grote wreedheden. Maar de kunsten, voornamelijk de schilderkunst, kwamen in die tijd al tot grote bloei. Jan van Eyck schilderde in Gent in 1432 zijn beroemde drieluik met het Lam Gods. Hier liggen de wortels van de Nederlandse schilderkunst.
Het is boeiend om te lezen dat onze nationale identiteit niet alleen door het sobere Calvinisme gevormd en gevoed is, maar dat er ook een stevige scheut Bourgondische overdaad aan pracht, praal en wijn aan te pas gekomen is. Overigens wist ook Calvijn een goed glas wijn te waarderen. Als jongetje van zes kreeg ik van mijn  vader de vraag: hoe komt het, dat op de toren van de Westerkerk in Amsterdam de kroon van Maximiliaan van Oostenrijk staat? Het antwoord luidt: hij was getrouwd met Maria van Bourgondië, de dochter van Karel de Stoute. Nederland hoorde eens bij het Bourgondische Rijk. Dat brengt Bart van Loo ons in dit prachtig geïllustreerde boek over de aartsvaders van de Lage Landen in herinnering.

Auteur: Carel ter Linden
Titel: Bijbelse Miniaturen
Uitgever: Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen ISBN: 9789029525084
Jaar van uitgave: 2018

Carel ter Linden, die velen van ons wel kennen als voorganger in bijzondere diensten met de koninklijke familie probeert in dit boek de ‘verborgen betekenis’ van een aantal Bijbelse verhalen te ontdekken. Uit zijn vorige boek, Wat doe ik hier in godsnaam? (2013) weten we al dat hij Bijbelse verhalen niet beschouwt als verslagen van gebeurtenissen, maar als “wijsheden in verhaalvorm waarmee men elkaar in het oude Israël in moeilijke tijden bemoedigde”. Ter Linden bespreekt in dit boekje een zeventigtal van die verhalen, gebaseerd op de wekelijkse radio-overdenkingen die hij in 2017 presenteerde op uitnodiging van NCRV/KRO. De verhalen die hij bespreekt beschouwt hij niet als exclusief bezit van de kerk, maar als cultureel erfgoed van onze samenleving. Hij wil laten zien dat die verhalen voor iedereen betekenis kunnen hebben.
Een belangrijk uitgangspunt van Ter Lindens interpretatie van de Bijbelverhalen is dat de vertellers spreken over God in beelden die zij ontleenden aan hun eigen wereld. Je kunt immers over het onbekende alleen spreken in termen van het bekende? Daarom spreken we ook over God als een persoon.
Laat ik één voorbeeld geven van hoe Ter Linden een verhaal uitlegt, het verhaal van de Babylonische spraakverwarring uit Genesis 11. De ‘zonen der mensen’ willen zich niet over de aarde verspreiden, en willen een toren bouwen die tot in de hemel reikt. Ze willen de plaats van God innemen, ze gaan voor eigen veiligheid en gewin. Dan grijpt God in. Ter Linden verbindt dit verhaal terecht met het Pinksterverhaal, waarin mensen elkaar opeens verstaan ondanks de taalverschillen. Ter Linden zegt over dit Pinksterwonder: “Hier leert God die volken zíjn taal. Het is een taal van liefde en onderlinge verantwoordelijkheid. Dat is de enige taal die wij mensen, als wij eerlijk zijn, verstaan. En waar wij mee leven kunnen”.
Het is boeiend om met Ter Linden als gids Bijbelverhalen te lezen.

Geert Booij

Auteur: Yuval Noah Harari
Titel: Homo Deus, een korte geschiedenis van de toekomst
Uitgever: De Bezige Bij, Amsterdam ISBN:9789400407237
Jaar van uitgave: 2015 (Engelse uitgave)

In Homo Deus wordt de fascinerende opkomst van het verschijnsel mens ( homo) beschreven. In nauwelijks 70.000 jaar lukt het de mens om datgene, wat zijn soort het meest bedreigde, goeddeels uit te roeien: honger, besmettelijke ziektes en oorlog. De mens gaat nu voor het volgende doel: onsterfelijkheid, geluk en goddelijkheid: de mens als God ( Homo Deus). Daar wordt de schrijver niet blij van. Hij denkt daarbij aan Griekse goden, die ver boven de menselijke maat hun gang maar gaan.
Want de menselijke maat, het humanisme wordt aan alle kanten bedreigd. Wie nog denkt een vrije wil te hebben, komt bedrogen uit. De biochemie weet beter dan wijzelf wat wij voelen en waarom. Medische apparatuur lijkt het beter te weten dan de huisarts en de patiënt samen. Maar wordt de mens daar altijd beter van? Google heeft meer gegevens over mijn onbewuste verlangens dan ik mij bewust ben.
Blijft er nog ruimte voor de menselijke maat? Ja, een gewaarschuwd mens telt voor twee. Laat het verstand, de ratio, je bewustzijn niet overheersen. Blijf je bewust van je gevoelens en houd de overdaad aan informatie letterlijk en figuurlijk in de hand.
Ook al zal niet alles wat de schrijver in dit boek zegt, kloppen, het boek leest als een trein en prikkelt tot nadenken.

Bert Kramer
 
Auteur: Jan Konst
Titel: De Wintertuin. Een Duitse familie in de lange twintigste eeuw.
Uitgever: Uitgeverij Balans, Amsterdam ISBN:9789460038112
Jaar van uitgave: 2018

In 2011 had ik het voorrecht een semester te werken bij de afdeling Nederlands van de Freie Universität in Berlijn. Er zijn aan die afdeling twee hoogleraren verbonden, van wie één voor letterkunde, dr. Jan Konst. Hij werkt daar al een jaar of twintig, en is gehuwd met een Duitse vrouw. Dit voorjaar publiceerde hij een prachtig boek over de geschiedenis van de familie van zijn vrouw: 4 generaties, een periode van 130 jaar, en een familie die veel heeft meegemaakt: twee wereldoorlogen, economische crises, de opkomst van het fascisme, het leven in de DDR, en tenslotte de ‘Wende’ van 1989.
Emil, de overgrootvader van Jans vrouw is geboren in een dorp in Saksen, en ontworstelt zich aan zijn eenvoudige milieu, hij wordt ‘professor’ aan een gymnasium in een stadje in Saksen. Zijn dochters Hanna en Hilde trouw met respectievelijk Hans en Helmuth. Hans wordt lid van de NSDAP, Helmuth niet, en beide mannen overleven de 2e wereldoorlog. Grootmoeder Hilde maakt alle perioden en gebeurtenissen mee, ook het bombardement op Dresden in februari 1945. Haar lot, en dat van haar kinderen en kleinkinderen weerspiegelt de Duitse geschiedenis vanaf het Keizerrijk.
Brigitte, dochter van Hilde, werkt als onderwijzeres. Omdat ze geen lid willen worden van de partij, worden zij en haar man nooit bevorderd. Hun dochters krijgen meer kansen na de opheffing van de DDR in1989.
Het boek eindigt in het heden, als Brigitte haar schoonzoon Jan meeneemt naar haar geboorteplaats en haar geschiedenis vertelt.

Het is een prachtig boek omdat het de geschiedenis vertelt van gewone mensen die steeds keuzes moeten maken, tegen de achtergrond van de veelbewogen Duitse geschiedenis. Van harte aanbevolen!

Geert Booij

Auteur: Franca Treur
Titel: Hoor nu mijn stem
Uitgever: Uitgeverij Prometheus, Amsterdam ISBN:9789044638899
Jaar van uitgave: 2017

De hoofdpersoon van deze autobiografisch geïnspireerde roman, Ina, verliest haar ouders op 3-jarige leeftijd, en groeit op bij haar opa en diens twee ongetrouwde zusters in Zeeland, in de sfeer van de ‘Bible-belt’. Ze horen bij de gereformeerde gemeenten. Alleen oud-tante Ma is echt bekeerd, de anderen moeten vrezen voor hun eeuwig heil. Het boek omvat daarnaast een deel waarin de hoofdpersoon onder de naam Gina intussen deze streng-orthodoxe wereld verlaten heeft, en na een studie psychologie in Leiden in Amsterdam werkt als interviewer voor de radio. De hoofdstukken over deze twee levens wisselen elkaar af. Gina worstelt met haar achtergrond: ze voelt zich altijd minder dan de anderen doordat ze zoveel liefde heeft gemist: geen liefdevolle ouders, allen maar geboden en verboden, de Statenbijbel, en de twee kerkdiensten per zondag. In haar studententijd komt Ina, die lid wordt van een reformatorische studentenvereniging, in aanraking met moderne filosofie, schriftkritiek, en atheïsme, waardoor ze langzaam losraakt van haar oude milieu. Dit conflict wordt indringend, en ook humoristisch beschreven.

Het boek eindigt positief: Gina aanvaardt zichzelf, en gaat terug naar Zeeland om haar oud-tante die kanker heeft, te verzorgen, en ze kan zelfs tegen haar zeggen: Ik houd van je.

De beschrijving van het orthodoxe milieu inclusief het religieuze taalgebruik is boeiend, en de worsteling om je hiervan los te maken zal ook voor minder orthodoxe protestanten die hier in hun jeugd iets van hebben meegemaakt, heel herkenbaar zijn. Dat milieu wordt respectvol beschreven, ook al kan de hoofdpersoon er op den duur niet in blijven leven.

De titel van het boek geeft mooi de psychologische worsteling van de hoofdpersoon weer: ieder mens wil graag gehoord worden, wil er mogen zijn.

Geert Booij


Auteur: Gert J. Peelen
Titel: Spreken over Boven. Harry Kuitert, een biografie
Uitgever: Uitgeverij Vesuvius, Amsterdam ISBN:98790865974444
Jaar van uitgave: 2016

Deze biografie schetst de ontwikkeling van het denken van de theoloog en ethicus Harry Kuitert. Hij begon zijn werk als theoloog in 1950  als predikant in de Gereformeerde Kerken, in Scharendijke, waar hij de watersnoodramp meemaakte. Na een studentenpredikantschap in Amsterdam werd hij wetenschappelijk medewerker, en daarna hoogleraar Ethiek aan de Vrije Universiteit. Kuitert overleed in 2017 op 92-jarige leeftijd. Hij speelde een leidende rol in de debatten over aard en gezag van de bijbel, en eindigde als vrijzinnig theoloog. Zijn vele boeken, vooral die geschreven na zijn emeritaat waren vaak bestsellers. Hij karakteriseerde geloofsuitspraken als ‘zoekontwerpen’. De bekendste zin van hem is: “Alle spreken over boven komt van beneden, ook de uitspraak dat iets van boven komt.” Daarmee relativeert hij de dogma’s van het Christelijk geloof op fundamentele wijze, en hij zegt dan ook dat het Christendom geen kwestie is van leerstellingen, maar een manier van leven.
Deze biografie is niet alleen een biografie van één persoon, maar tegelijk een indringend en boeiend beeld van de tijd waarin vele leden van onze kerkgemeenschap, met name die met een gereformeerde achtergrond, te maken kregen met nieuwe ideeën over de verhouding tussen geloof en wetenschap, en over hoe we de bijbel moeten lezen. Het is dus ook een geschiedenis van het protestantisme aan het eind van de 20e  en het begin van de 21e eeuw. Als je deze biografie leest, word je steeds uitgedaagd om na te denken over wat voor jezelf de betekenis van het christelijk geloof is.
Geert Booij



Auteur: Martin Luther King, Jr.
Titel: A Gift of Love
Uitgever: Penguin Books UK. ISBN: 9780141985183
Jaar van uitgave: 2017. Heruitgave van het oorspronkelijke boek door Dr. King 1963).
 
 “Geweldloos verzet: Gandhi, King en Mandela”. Bij deze expositie tot 4 februari 2018 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam wordt ook dit Engelstalige boekje gepresenteerd. Geboren in Atlanta in 1929 groeide Martin Luther King als Baptisten predikant uit tot de voornaamste woordvoerder in destijds de anti-discriminatiebeweging in de VS. Bedreigingen, beledigingen en gevangenschap konden hem daarvan niet weerhouden. Een aanslag maakte in 1968 een einde aan zijn leven, maar niet aan zijn stem, zijn daden, zijn streven. King kende van jongs af de strijd voor gelijke rechten voor de Afro-Afrikanen. Zijn grootvader en daarna zijn vader waren hem daarin voorgegaan resp. in de strijd voor voortgezet onderwijs en de strijd voor kiesrechten voor de Afro-Afrikanen in Atlanta. In 1955 werd King gevraagd in Montgomery in Alabama het boegbeeld te worden van het beroemde bussenprotest. De Afro-Afrikanen wilden niet langer in de bussen apart zitten en gingen uit protest lopen. Na bijna een jaar van protest besliste het Hoogste Gerechtshof in de VS dat separatie in bussen als ongrondwettelijk moest worden beëindigd. Een reeks van wetten volgde, alle gericht op het beëindigen van discriminatie in scholen, restaurants en elders. Dr.King vergeleek dit in zijn toespraken later met de uittocht van de Israëlieten uit Egypte.
Dit boekje geeft zestien van zijn toespraken omstreeks die bijzondere jaren, zeg tussen 1950 en 1965. Centraal staat hoe Jezus te volgen in geestkracht en daadkracht, in verzet tegen onrechtvaardigheid, in liefde voor ”zwarte, bruine en blanke Amerikanen”. Woord en daad horen bij elkaar, ook als er offers worden gevraagd of risico’s worden gelopen. Daarbij wordt het Evangelie door King midden in de Amerikaanse samenleving geplaatst, bijv. in een toespraak getiteld: “Paul’s Letter to American Christians”( een brief van de apostel Paulus aan de Christenen in Amerika). Van Gandhi leerde King een vorm te zoeken om het Evangelie in geweldloze daadkracht, als “zout voor het leven, ook voor het maatschappelijk leven” te laten doorwerken. Het bussenprotest was zo een vorm.
Deze zestien toespraken stralen zowel eerbied uit voor de waardigheid van een ieder, maar ook geloof en moed, humor en praktische zin en dat in vertrouwen op de leiding van de Geest.
Een boeiend boekje van een zeer begaafde en nuchtere denker, spreker en doener. Gemakkelijk te lezen vanwege de zelfstandige hoofdstukken van gemiddeld 12 pagina’s. Een exemplaar is aangekocht ( € 16,=) en te leen in het literatuurrek in de Ter Coulsterkerk onder “Besproken Boeken”.
Aanbevolen----Henk Bikker  


Auteur: Jos Palm
Titel: Moederkerk: De ondergang van Rooms Nederland
Uitgever: Atlas Contact. ISBN 978 90 467 0492 9. Jaar van uitgave; 2012, 2015. 10 €.

Is dit gezien de titel een mooi boek voor protestanten om het Lutherjaar mee te beginnen, en te lezen dat na 500 jaar Luther het ook in Nederland gewonnen heeft?  ‘Rooms’ is tenslotte de term waarmee protestanten de katholieken pleegden aan te duiden, en niet: ‘katholiek’.  Nee, dat is het niet. De reden waarom ik aandacht vraag voor dit boek is dat er sterke parallellen zijn tussen wat er sinds de jaren ’50 van de vorige eeuw in Rooms-katholiek Nederland gebeurde en de veranderingen in geloof, cultuur en levensstijl van protestanten. Jos Palm is een journalist en historicus die opgroeide in een katholiek gezin. Met humor en liefde vertelt hij over het leven van zijn ouders en hun gezin in de naoorlogse periode van verzuiling, en het verdwijnen van die leefwereld. In die wereld stonden protestanten en katholieken nog tegenover elkaar.
De almacht van de priester, het gezinsgeluk van de jaren vijftig, het waren de idealen van het Rijke Roomse leven waarmee Jos Palm werd opgevoed. Maar toen kwamen de vernieuwing en verwarring van de jaren zestig. Het was voor de gewone gelovigen alsof er geen God meer was, geen hemel, en geen ‘meneer pastoor’. Tot overmaat van ramp zagen ze hun kinderen achter nieuwe goden aanlopen: Marx, Mao, Che Guevara.
Dit is een boeiend en ontroerend boek omdat je erin leest hoe de zekerheden van een oudere generatie werden afgebroken, en er geen, of slechts tijdelijk, nieuwe voor in de plaats kwamen. Het idee van een eigen levensstijl (“gij geheel anders”) vind je evengoed bij de protestantse zuil. In plaats van meneer pastoor was daar voor velen de dominee een centrale figuur in het kerkelijk leven.
De ondergang van Rooms Nederland oude stijl was gevolg van een breder maatschappelijk proces, van de ontzuiling en secularisatie van Nederland, en niet een triomf van de protestanten. Voor Palm en voor ons blijft de vraag wat we van die tradities als waardevol moeten behouden en koesteren.

Geert Booij


Auteur: Taede A. Smedes
Titel: God Iets of niets?
Uitgever: 
Amsterdam University Press 2016; ISBN 9789462983137

Taede A. Smedes, godsdienstfilosoof en theoloog, constateert dat, als het in Nederland over geloof gaat, al snel in termen van alles of niets wordt gedacht. Aan de ene kant is er de – afnemende-  groep ‘traditionele’ gelovigen, die God ervaart als liefdevolle Vader, Die elke stap van ons leven leidt of minstens begeleidt. Deze wijze van geloven wordt wel theïsme genoemd: God ziet en kent ons in al ons doen en laten. Aan de andere kant is er een -  groeiende -groep, die hier helemaal niets meer mee kan. Ze gooien alle  godsgeloof over boord. Dan spreken we van atheïsme.
Smedes pleit in dit boek voor het goed recht van een derde weg. Hij spreekt dan van post-theïsme, geloof, dat niet alleen het theïsme, maar ook het atheïsme áchter ( Latijn: post, na) zich laat. Hij komt dan uit bij Paul Tillich (1886 – 1965). Geloof is de ‘grond van het bestaan’, een zaak van ‘uiterste betrokkenheid’.
Wie niet meer uit de voeten kan met het vertrouwde geloof van vroeger, hoeft het kind niet met het badwater weg te gooien. Er is een derde weg: God als Bron van Leven, als Slijpsteen voor de geest, als Tegenover voor je eigen grote gelijk , de Moed om te zijn.
 
Bert Kramer


Titel: Geloof in de publieke ruimte
Auteur: Rowan Williams
Uitgever: Skandalon 2013, ISBN 978-94-90708-77-1

In 2013 verscheen de vertaling van “Faith in the Public Square” uit 2012.
Rowan Williams tot 2012 aartsbisschop van de wereldwijde Anglicaanse
Kerk breekt in dit schitterende boek met de veel gehoorde opinie dat geloof exclusief thuishoort in de privésfeer. Eén citaat uit de toelichting:”Een democratie moet juist openstaan voor religieuze kritiek, want anders dreigt onze cultuur aan haar eigen materialisme en absolutisme ten onder te gaan.
Het boek is gebaseerd op een 26-tal voordrachten in de periode 2004-2010, gegeven aan Universiteiten en in Kerken in en buiten Engeland, waaronder de Wereldraad van Kerken in Genève en de Pauselijke Academie. De gemiddeld 14 pagina’s per voordracht kunnen heel goed zelfstandig worden gelezen. De rode draad blijft zichtbaar door de indeling van de voordrachten naar 7 thema’s. Deze betreffen: I. Het Secularisme en zijn bezwaren ( voordracht 1-7); II. Leven met grenzen: Liberalisme, Pluralisme en de Wet ( voordracht 8-13); III. Leven met grenzen: Het Milieu (voordracht 14-16); IV. Huishouden; De economische uitdaging (voordracht 17-18); V. Gerechtigheid in de gemeenschap (voordracht 19-22); VI. Religieuze diversiteit en burgerlijke overeenstemming (voordracht 23-25); VII. Religie herontdekt ( voordracht 26).
Een goed leesbaar boek, pittig en doordacht. Totaal 416 blz. en dat voor nog geen 35 euro’s. Ook ter uitleen via het literatuurrek van de Ter Coulsterkerk.

Van harte aanbevolen – Henk Bikker



Titel: Nora
Auteur: Colm Tóibín
Uitgever: De Geus ISBN 978 90 445 3457 3


Over de kalme kracht van een vrouw, die haar man verliest.
 
Velen hebben die ervaring: je leest voor het eerst een boek van een bepaalde schrijver en gaat vervolgens op zoek naar álle boeken, die hij geschreven heeft. Zo verging het mij bij de in 1955 in Ierland geboren Colm Tóibín. Ik las zijn biografie over de beroemde schrijver Henry James , The master. Wat mij vooral treft is de grootse manier waarop Tóibín gevoelens weet te peilen, te proeven en vervolgens onder woorden te brengen.
Het verhaal van zijn meest recente boek Nora is snel verteld. Nora Webster verliest op vrij jonge leeftijd haar man  Maurice. Ze blijft achter met vier kinderen, waarvan de twee jongsten, jongens, nog thuis wonen. Ook hier weer treft mij de ongelooflijke sensitiviteit van Tóibín om gevoelen weer te geven. Ik werd er des te meer door geraakt, omdat het daarbij allereerst gaat om de emoties van haar zonen. Hoe verwerken zij het verdriet om het verlies van hun vader? Het kan toch niet zo zijn, dat de jongste zich zorgen om haar – verdriet- gaat maken!
Nora Webster is een sterke vrouw. Langzaam, maar heel zeker zet ze de lijn van haar toekomstige leven uit. Ze brengt de financiën op orde en schroomt niet om het bij het hele gezin zo geliefde zomerhuisje te verkopen. Waar ze zich – weer - vooral zorgen over maakt, zijn de gevoelens van haar kinderen.  Ze neemt een baantje, maar laat niet over zich heen
lopen.
Ik vroeg me een aantal keren af, of deze Nora andere vrouwen en mannen tot voorbeeld, tot steun kan zijn bij het verwerken van hun verdriet. Wat een sterke, in de diepte evenwichtige vrouw, met zoveel  ( verantwoordelijkheids-) gevoel voor haar omgeving en zoveel kracht om zelf haar leven vorm te geven.
 
Bert Kramer


Auteur: Rosita Steenbeek
Titel: Rose, Een familie in oorlogstijd.
Uitgever: Ambo/Anthos: 2015. ISBN 9789026326813.
 
Rista Steenbeek is een bekende en goede auteur, zowel van fictie als van non-fictie. In dit, haar meest recente, boek beschrijft ze de geschiedenis van haar eigen grootmoeder Rose, die in 1929 verliefd wordt op een Nederlandse dominee, die op bezoek is in Heidelberg. Hij heet Gerhard Hugenholtz. Ze vestigt zich na haar huwelijk in de Liebfrauenkirche in Bremen (in 1931) met haar man in een klein dorp in de buurt van Rotterdam, Klaaswaal. In de jaren dertig waaiert Rose’s familie uit over de wereld, op de vlucht voor Hitlers bewind. Op 14 mei 1940 ziet Rose de bommen op Rotterdam vallen. Haar man sluit zich aan bij het verzet, en wordt gearresteerd. Familieleden van Rose komen door verschillende factoren aan beide kanten van het front terecht.
            In dit spannende boek wordt beschreven hoe grootmoeder Rose worstelt met de verhouding tussen haar eigen Joodse opvoeding en het Christelijk geloof van haar man. Ook is haar positie in de oorlog als Duitse vrouw natuurlijk heel moeilijk. Toch lukt het haar te overleven, ingeklemd tussen haar loyaliteit aan Nederland en het verzet aan de ene kant, en haar Duitse afkomst aan de andere.
            Rose’s dochter Margreth wordt de moeder van de auteur, Rosita. Ze ontdekte pas recent de geschiedenis van haar Duitse oma, en wat die heeft moeten meemaken. Ze beschrijft de geschiedenis van haar grootmoeder met veel inlevingsvermogen. Het is altijd bijzonder de grote geschiedenis van de mensheid, in dit geval de Tweede Wereldoorlog en wat daaraan voroaf ging, waar te nemen via de lotgevallen van individuen. De moeite van het lezen zeer waard!
 
Geert Booij



Het licht van het geloof
Auteur: Paus Franciscus
Uitgever:  Betsaida, ’s-
Hertogenbosch 2013,
ISBN 978.90.820606.1.4.

De encycliek “Lumen Fidei” of wel “Het licht van het geloof” is begonnen door paus Benedictus XVI en aangevuld en uitgewerkt door paus Franciscus. Het is een handzaam en goed leesbaar boekje geschikt voor jas en tas. In slechts 123 blz. ingedeeld naar vier hoofdstukken en in totaal 60 paragrafen is het een rondzendbrief over het stralende licht dat uitgaat van de liefde van God en het aanvaarden daarvan.  Met de woorden van Franciscus, vrij vertaald: geloven is vertrouwen op en wandelen met God.

In het eerste hoofdstuk legt Franciscus uit dat geloven meer is dan het aanvaarden van leerstukken. Het is blij aanvaarden van de aandacht, van de liefde die ons door God wordt geboden. Die aanvaarding heeft met ieder persoonlijk te maken; het 

geschenk komt echter “van de Andere kant” in woorden en verhalen, zichtbaar en hoorbaar met de komst van Jezus en alledag nabij met de komst van Zijn Geest.

Hoofdstuk 2 gaat over het samen optrekken van kennis via ervaring en wetenschap met kennis gebaseerd op vertrouwen 

op God. De verhalen met name over wat Abraham beleefde, over de Exodus van de Israëlieten  en over de komst van Jezus brengen de aandacht en de liefde van God heel dichtbij.  Deze worden onderstreept door tal van tekenen en beloften.
In hoofdstuk 3 geeft Franciscus zijn visie op de positie van de Kerk als wereldwijde gemeenschap van Christenen, die het geschenk 
van “de Blijde Boodschap”doorgeeft, samenkomt om de komst van het licht te vieren, elkaar helpt en dienstbaar is in ruime zin naar de mensen en dat op wereldschaal.

De paragrafen 50 t/m 60 in hoofdstuk 4 gaan in op het licht dat het geloof biedt voor de relaties tussen mensen. Franciscus werkt dit o.a. uit naar het licht van het geloof in het gezin, in de maatschappelijke relaties en voor het persoonlijk leven van ieder mens.De laatste paragrafen besluiten met een eerbewijs aan Maria de moeder van Jezus, die in haar leven de pelgrimstocht van het geloof heeft afgelegd in het voetspoor van haar Zoon.

Een exemplaar van “Het licht van het geloof”is te vinden bij de “Uitleen besproken boeken”  in het literatuurrek van de Ter Coulsterkerk.  Het boekje is te bestellen ad € 11.95. Het is ook te koop bij de abdij te Egmond Binnen.

Voor U gelezen en bestudeerd,
Henk Bikker            

Bijbel in Gewone Taal
Standaarduitgave Nederlands Bijbelgenootschap
uitgave Jongbloed 2014, ISBN 978-9089-120410 
prijs € 28.50, gebonden 2000 blz.
Ook verkrijgbaar in de iets forsere zgn. “Huisbijbeluitgave”, ISBN 978-9089-120403; prijs € 39.50


      








Onze plaatsgenoot Geert Booy, hoogleraar Taalwetenschap schrijft in het Lees en Luister magazine, najaar 2014: “De teksten van de Bijbel in Gewone Taal zijn van indrukwekkende kwaliteit. Het ideaal van de Bijbel toegankelijk te maken voor nieuwe groepen en generaties lezers zal hierdoor zeker bereikt worden. Het is alsof het stof van de teksten is gewist, waardoor ze de lezer weer veel directer aanspreken. Het NBG heeft zijn missie, na de mooie “Nieuwe Bijbelvertaling”in 2014 opnieuw op een aansprekende manier uitgevoerd”
De Bijbels zijn vanaf 1 maart 2015 te leen ter inzage en kennismaking. Dit keer i.v.m. de verwachte belangstelling voor een periode van vier weken. In het literatuurrek zijn beiden te vinden onder “Uitleen Actueel”. Graag als altijd uw naam, adres. telef.nr. en de datum van lenen even noteren op de kaart in het bakje.
Namens de Commissie NBG-contacten Heiloo – Henk Bikker en Allan de Monchy

                        
Jeugdbijbel
Uitgave Nederlands Bijbelgenootschap en uitgeverscombinatie Royal Jongbloed, 2014
ISBN 978-90-8912-037-3; prijs € 32.50


Ter gelegenheid van het 200-jarig jubileum van het NBG werd op 28 juni 2014 in een feestelijke bijeenkomst te Utrecht met ongeveer 2000 gasten ook de “Jeugdbijbel” gepresenteerd; het eerste exemplaar werd aangeboden aan Prinses Beatrix; zij kocht er spontaan één voor ieder van haar negen kleinkinderen.

In deze Jeugdbijbel zijn 74 bijbelverhalen op een originele wijze naverteld door Lieke van Duin, Mireille Geus en Corien Oranje. Het boek is bedoeld voor kinderen van 9 tot en met 12 jaar en prachtig geïllustreerd door Irene Goede. Een team van het NBG en Royal Jongbloed hebben dit project samen getrokken.
Deze Jeugdbijbel is vanaf 1 maart 2015 voor inzage en ter kennismaking te leen via  het literatuurrek in de Ter Coulsterkerk. Vanwege de verwachte belangstelling is de uitleen termijn beperkt tot vier weken. Graag wel even aandacht voor het noteren van uw naam, adres, telef.nr. en de leendatum op de betreffende kaart.

Henk Bikker en Allan de Monchy 
                                                                                                                                                                              

De stille stem     Niet-weten als levenshouding                              
Auteur: Jan Oegema 
Een essay over openheid
Uitgever : Nieuw Amsterdam 2011, ISBN: 978 90 48 1014 9

Eén van mijn medestudenten in Montréal op het college over filosofie, mystiek en spiritualiteit leerde Chinees om de teksten van de Chinese wijsgeer Zhuang Zi in de oorspronkelijke taal te kunnen lezen. Op college hield de studente een presentatie over de mystieke beelden in zijn geschriften. Zhuang Zi behoort tot de sleutelfiguren van het taoïstische filosofie.
Ik had niet gedacht dat ik zijn naam nog een keer zou tegenkomen, maar in het boek van Jan Oegema is een hoofdstuk aan hem gewijd. De sferen van het college namelijk het gebied van filosofie, mystiek en spiritualiteit zijn ook de sferen die Jan Oegema in zijn boek zoekt en beproeft. De beide ondertitels van het boek geven de richting aan waarin hij zoekt. Misschien is dit zoeken door mij al te actief weergegeven, het is meer wat hem toevalt onderweg in zijn leven, wat hem bereikt in zijn verlangen naar stilte en openheid. Naast de Aziatische religies en zijn meditatiemeesters  zijn er dichters en schrijvers, mystici, de quakers, en filosofen die hem helpen bij zijn verkenning, zonder dat er ooit een moment komt dat hij zichzelf of zijn identiteit definiëren wil. Lucebert hielp hem en Vasalis, en de Hongaarse schrijver Imre Kertész met een opvallende belangstelling  voor religie en mystiek. Aan Etty Hillesum, Dag Hammarskjöld en aan Meister Eckhart besteedt hij aandacht. En aan de filosoof Cornelis Verhoeven met name aan zijn boek ‘Rondom de leegte’.Cornelis Verhoeven, die, zoals hij zelf zegt, de leegte in het gevoeligste deel van zijn bestaan open laat. Ik noem hier maar  enkele van Oegema’s  bronnen.  Vooral zijn interpretatie van Imre Kertész brengt mij er toe Kertész  opnieuw te lezen, want diens denken over transcendentie en de grenzen van het begrip herinner ik mij niet meer.
Aan het eind van elk hoofdstuk geeft Oegema een samenvatting van het voorafgaande en een introductie van het volgende. Dat maakt zijn boek bijzonder geschikt om te lezen in een kring, of beter misschien om in stilte te mediteren bij bepaalde teksten uit zijn boek. Hij is erop gericht niets en niemand uit te willen sluiten en een levenshouding van niet-weten en niet-hebben te schrijven. Hij hecht aan de stilte in de zin van afwezigheid van menselijke taal met inbegrip van spirituele taal. Meister Eckhart verbindt de stilte met het Duitse ‘Abgeschiedenheit’, dat Oegema vertaalt met ’afgesnedenheid’ om aan te geven hoe ongemakkelijk Eckhart de stilte maakt. Hij wil je in een staat brengen waarin alle weten verstomt, waarin je alle controle kwijtraakt omdat je ziel alleen zo naar het wezenlijke kan toe groeien : in het verborgene, buiten je medeweten. Dansen in het duister is voor Jan Oegema een treffend, agnostisch, fysiek beeld van een levenshouding, in een stil boek als alle weten tot zwijgen komt.


Ds. F.J. van der Wind

Dit is geen verdediging”. Waarom het christendom ondanks alles verrassend veel emotionele diepgang heeft.
Auteur: Francis Spufford. Uitgeverij Ten Have 2013
ISBN 9789025903060  


Er zijn van die boeken die je graag zelf had willen schrijven. Het boek “Dit is geen verdediging” van de Britse schrijver Francis Spufford is voor mij zo’n boek.
Niet dat ik het had kúnnen schrijven, daarvoor is het boek te Brits, te scherp, te briljant en te geestig. En daarmee heb ik gelijk al een paar karakteristieken gegeven waardoor het lezen van dit boek zeer de moeite waard is.
 
Spufford is geen theoloog, maar wel een overtuigd christen en daar schaamt hij zich niet voor. Nee sterker nog: hij dient alle critici van het christendom op geniale wijze van repliek, zonder in de verdediging te schieten. Hij laat zien dat christenen geen wereldvreemde figuren zijn, die liefdeloos en zonder zelfspot allerlei wetten en regels tot in het absurde naleven. Hij spreekt daarbij vrijmoedig over de beleving van zijn geloof en de kernwaarden van het christendom waardoor alle karikaturen over dit geloof stilaan als sneeuw voor de zon verdwijnen...

Hij is daarbij zowel diepzinnig als alledaags, zowel ernstig als vrolijk losjes. Zijn kracht is misschien wel dat hij aloude woorden uit de traditie van het christendom van een frisse eigentijdse inhoud voorziet. Het woord “zonde” bijvoorbeeld beschouwt hij uitvoerig als de “Menselijke Neiging om Dingen te Verkloten” (in het boek afgekort als: MnoDtV). Zijn verhandeling over Jezus is oorspronkelijk, open en verrassend, wellicht omdat hij als niet-theoloog daarover schrijft en daarom alle dogmatische bespiegelingen ons bespaard blijven.

Misschien is het boek wat al te populair uit het Engels vertaald, maar er zit geen woord Spaans bij en dat maakt dat het boek leest als een trein, verheldert, aan het denken zet en vrolijk maakt. In toonaangevende besprekingen in NRC of Trouw wordt dit boek voorzichtig al getipt als een klassieker. Ik denk dat ze daarin wel eens gelijk zouden kunnen krijgen...

Ds. Edward Kooiman


“The Future of Faith”, Harvey Cox, Harper Collins Publ., New York 2009, ISBN 978-0-06-175552-1

De bekende Harvey Cox van de Harvard Universiteit in de VS schreef in 2009 na veel reizen en conferenties wereldwijd het bovenstaande interessante boek. De kern betreft het verschil tussen “beliefs”en “faith”; vrij vertaald het verschil tussen “geloven in leerstukken” en “geloven als vertrouwen op God”. Het boek is in het Engels verkrijgbaar bij de boekhandel voor € 25,=; helaas nog niet in het Nederlands.
Eén exemplaar is inmiddels ter uitleen beschikbaar in het literatuurrek in de Ter Coulsterkerk onder “Actuele besproken boeken”.

Harvey Cox beschrijft hoe na de eerste eeuwen vol van het doorgeven van de Blijde Boodschap en het leven in de Geest van Jezus, door hem genoemd “The Age of Faith” vanaf ongeveer 400 n.Chr. in Europa een andere periode volgde: “The Age of Beliefs”. Een zeer lange periode die duurde tot het midden van de 20e eeuw. Geformuleerde belijdenissen, leerstukken, hiërarchie in Kerken en Kloosterorden en felle debatten over bepaalde aspecten kregen in die periode meer en meer aandacht. Het geloof in de zin van “Faith”, van vertrouwen op God, raakt als geschenk steeds vaker op de achtergrond.

Mijns inziens gaat Harvey Cox hier wat al te eenzijdig in op de vele schaduwkanten bij de verschuiving van “vertrouwen naar belijden” en van “liefde en genade” op de weg die Jezus wijst naar “te houden wetten en leefregels”. Die verschuiving in de loop van meer dan 1500 jaar valt echter niet te ontkennen.

Daarna volgt zijn hoofdpunt. De afgelopen vijftig jaar is er in de Christelijke Kerken wereldwijd veel veranderd met name in Latijns-Amerika, Afrika en Azië, de continenten waar inmiddels de meerderheid van de christenen woont. In die continenten zijn de kerken in deze periode tevens spectaculair gegroeid. Zij putten hun inspiratie opnieuw uit het mogen leven in en door de Geest van Jezus.
Het “Griekse debat” over leerstukken, dogma’s en voor ieder geldende leefregels krijgt bij hen veel minder aandacht. Wel echter hoe zich in getuigen, vieren, bidden en werken te richten naar Jezus en Zijn Geest. Cox benoemt deze nieuwe periode als “The Age of the Spirit”, “de eeuw van de Geest”, die veel trekken heeft van de eerste eeuwen; anders, maar toch… Duidelijk wordt dat hij van deze uitbundige opbloei van het geloof in Jezus en het leven vanuit Zijn Geest in woord en daad erg veel verwacht als hoopgevend perspectief en diepliggende bron voor denken en doen; ook voor de mensen in Europa en Noord-Amerika.

Het boek is met 235 pagina’s pittig, maar goed leesbaar en onderbouwd. Het lezen vraagt enige interesse vooraf, een gezonde kritische opstelling, en enige kennis van het Engels. Een woordenboekje Engels-Nederlands op de keukentafel komt echter goed van pas. Een in hoofdlijn boeiend en hoopgevend boek; aanbevolen!

Henk Bikker   

"De Klokkenluiders" – auteur Michel van der Plas, uitgave Meulenhoff; daar uitverkocht. Nog te koop via  internet. Een exemplaar is te leen via “Besproken Actuele Boeken” in  het literatuurrek van de Ter Coulsterkerk; maximaal één à twee maanden.
                                                                               
Onder de titel staat: “Hervormingsbewegingen in de katholieke Kerk”. De titel “Klokkenluiders” komt vandaag bekend voor. Klokkenluiders, mensen die uit de school klappen, mensen die misdaden aan de kaak stellen. Ook nu merk je dat ze (politiek gezien) niet altijd geliefd zijn en soms een speelbal zijn tussen de grootmachten of mensen die bepaalde belangen veilig stellen. Je vraagt je af: wat hebben die machthebbers dan te verstoppen of te verzwijgen?                                                                 
Dit boek behandelt de klokkenluiders in de r-k kerk ten tijde van de Hervorming en de tijd  er aan voorafgaand en daarna; zeg maar tussen 1450 en 1550. U begrijpt het al. Dat maakt het ook interessant voor niet-katholieke lezers, jazeker voor protestanten. Immers ook voorafgaand aan Luther in 1517 broeide het al in de r-k Kerk. En zeker waren er destijds klokkenluiders binnen de moederkerk die toen al zagen en zeiden dat zaken ( en personen) anders moesten. Bij een enkeling was er een verlangen naar zuivering en vernieuwing, Tenslotte is één man ( Luther) nooit de enige die iets merkt.                                                                                                                                                    Zo krijg je een inkijkje in het leven van verschillende pausen, maar ook Duitsland en de Lage Landen komen uitgebreid aan het woord. De Nederlandse paus Adrianus VI, Erasmus, Thomas Moore, wie kent ze niet? Tussen de zinnen door besef je dat ook vandaag deze problematiek leeft in de Kerk. De Kerk, welke ook, moet altijd weer opnieuw wakker geschud worden, want het oude en vertrouwde is immers sterk. Denk ook aan het adagium” ecclesia semper reformanda” - steeds opnieuw moet de Kerk hervormen en vernieuwen of zichzelf opnieuw uitvinden. Monseigneur Bär bespreekt dit ook in zijn voorwoord als hij zegt (citaat): Al het heden wordt verleden- schoon het ons aangerekend blijft - uit het bekende “Uren, dagen, maanden, jaren”…
Met andere woorden: nemen we de les van de geschiedenis ter harte al was het maar om “klokkenluiders” het voordeel van de gelovige twijfel te gunnen. Dikwijls hebben ze de geschiedenis aan hun kant  (gekregen).

Ds. R. Blaauw

"Reaching Out", The Three Movements of the Spiritual Life (1975);
‘Leven met een visioen'. De drie wegen van spiritualiteit (Nederlandse vertaling 1987).
‘Open uw hart'. De weg naar onszelf, de ander en God (Nederlandse vertaling 1988) Auteur: Henri J.M. Nouwen

Het is al een aantal jaren geleden dat ik ‘Reaching Out' voor het eerst las. Het was een oude tweedehands pocket maar ik ben er ondertussen erg zuinig op geworden. Ik heb het al een aantal keren gelezen want de inhoud vraagt overdenking, lezing en herlezing.

Het is een spiritueel boek, een gids op de zoektocht naar een leven met God. Niet hoog verheven maar gewoon in het dagelijks leven, in hoe je omgaat met jezelf en je medemensen.
Henri Nouwen is bekend door zijn vele boeken maar wellicht het meest door ‘Eindelijk thuis' uit 1992. Nouwen is geboren in 1932 en overleden in 1996. Hij was priester. Hij is hoogleraar geweest, aalmoezenier en (geestelijk) verzorger voor meervoudig gehandicapten.
Hij was een mens die het vaak moeilijk had met zichzelf. In ‘Reaching Out' beschrijft hij op open en eerlijke wijze zijn voortdurende zoektocht naar erkenning en liefde.
Het is een persoonlijk boek maar Nouwen getuigt van zoveel inzicht in de mens die zoekt naar zichzelf, de mensen om hem heen en God, dat vele lezers zich er in herkennen. Ik ook.

Het boek heeft drie hoofdstukken.
Het eerste is een zoektocht naar ons diepste zelf. Daarin beschrijft Nouwen de eenzaamheid die elk mens kent. Eenzaamheid kan een mens tot wanhoop brengen. Eenzame mensen kunnen ook hun omgeving tot wanhoop brengen. Je kent de voorbeelden: iemand krijgt eindeloos bezoek en aandacht maar de eenzaamheid blijft. Nouwen beschrijft de spirituele weg van eenzaamheid naar leren “alleen te zijn” (van loneliness naar solitude). In het alleen kunnen we leren een realistisch beeld van onszelf te vormen en te ontdekken wie we zijn. Dat kan de weg openen om er te zijn voor anderen.

En zo komen we terecht in het tweede hoofdstuk waarin het gaat om de zoektocht naar onze medemensen. In het Engels heet het: ‘From Hostility naar Hospitality': van vijandschap naar gastvrijheid. Wij bekijken onze medemensen vaak met vijandschap: als vreemden van wie we iets te vrezen hebben. Maar zijn we, vanuit bijbels perspectief, niet allemaal vreemdelingen en bijwoners? Welke schat heeft een ander, die ons vreemd is, ons te bieden? Lukt het om een open en vriendelijke ruimte te creëren en zo nieuwe relaties aan te gaan?

De bovenste twee wegen veronderstellen de derde: de weg van illusie naar gebed.
De eerste twee wegen zijn concreet en herkenbaar, en deel je met zoekers ook buiten de christelijke traditie.De derde is moeilijker te beschrijven, zegt Nouwen.
Het gaat over de mens die leeft in de illusie dat hij controle heeft over het leven en al dan niet onbewust uitgaat van zijn onsterfelijkheid. Het leven wordt gezien als een eigendom dat verdedigd en veroverd moet worden eerder dan als een gave.
Hoe kunnen we onszelf leren zien als een adem van God? Om daar iets over te zeggen gaat Nouwen in op het gebed in woorden en in stilte, het alleen bidden en bidden in de gemeenschap.

Hij besluit zijn boek met de opmerking dat we onze eenzaamheid, onze vijandschap en onze illusies niet hoeven te ontkennen. Het is beter de moed te hebben de realiteit en ook jouw eigen realiteit onder ogen te zien, te doorgronden en te erkennen en ze proberen langzaam om te zetten in een krachtig innerlijk alleen zijn, in gastvrijheid en gebed.
Ik zou dit boek aanraden aan mensen die het op kunnen brengen om langzaam te lezen. Het is ligt in het literatuurrek in de hal van de kerk.

Ds. Hanneke Ruitenbeek

"Na een gezonde geloofscrisis." Over modern geloven
Schrijver: Jan Offringa,ISBN: 978-90-76564-71-5,Uitgeverij: Skandalon, Vught           

Voor de schrijver, een predikant in het midden van de Protestantse Kerk in Nederland, is de geloofwaardigheid van het christendom geen vanzelfsprekendheid. Nee sterker nog: achter veel uitroeptekens die de kerk of gelovigen plaatsen, zet hij een komma, of vaker nog: een vraagteken. Je kunt hem nog het best typeren als een “gelovige zoeker”. Hij weet het allemaal niet zo zeker en zwart-wit denken is hem vreemd.
Ik vind dat persoonlijk een verademing. Het geeft lucht en ruimte. Het is open en opent daardoor andere perspectieven op geloof en kerk. Want daar gaat het boek over: over geloven in de 21e eeuw.
De hoofdstukken handelen over: Geloof, God, Jezus, Pasen, Bijbel en over Jezus, en zijn te beschouwen als een soort van ‘huidige stand van zaken’ in het denken over deze onderwerpen.
Daarnaast is er veel aandacht in het boek voor het begrip “twijfel”. Offringa is niet bang voor een beetje twijfel, integendeel. Twijfel kan juist een heel zuiverende werking hebben op alles wat in de loop van de tijd is aangeslibd aan (bij)geloof.
Door vragen te stellen bij die vanzelfsprekendheden kan geloof worden verdiept en vernieuwd. Zo wordt geloof door de twijfel niet ondergraven, maar juist veel persoonlijker en meer verinnerlijkt. Nee koketteren met zijn twijfel doet de schrijver niet.
Die valkuil weet hij op een speelse manier te vermijden, in de geest van de cabaretier Herman Finkers:
Komt een man bij de psychiater. Zegt die man: “Dokter, ik twijfel nogal veel” “Geen probleem”, zegt de psychiater, “twijfelen is heel gezond”. “Echt waar?” vraagt de man.
“Ja”, zegt de psychiater, “neemt u van mij aan, alleen gekken weten alles heel zeker”. “Tsjonge” zegt de man, “weet u het zeker?”. Zegt de psychiater: “absoluut zeker!”.
Kortom: Een heel goed leesbaar fris boek voor mensen die niet weglopen voor geloofsvragen van deze tijd.

ds. Edward Kooiman

"Waarop wachten we; Een monnik klaagt het Avondland aan”, Notker Wolf, Lannoo nv 2008, ISBN 978 90 209 7838 4. Vertaalde uitgave “Worauf warten wir”, Rowohlt Verlag GmbH, Reinbek 2006 door Jan Glorieux (€ 14,75 -270 blz.).

Waarop wachten wijLezend en bladerend in de prachtige boekenafdeling van de abdij in Egmond Binnen kocht ik bovenstaand boek. De beoogde monnik is  Notker Wolf zelf, abtprimaat van de Benedictijner Orde, de hoogste vertegenwoordiger van deze orde wereldwijd. Het Avondland, of wel Europa kennen we: dat maakt nieuwsgierig.
In 21 korte hoofdstukken schetst hij een aantal actuele aspecten van het werk van deze naar haar oorsprong oudste Europese orde. Verder geeft hij zijn kijk op de huidige ontwikkelingen in  een aantal Europese landen, waaronder zijn geboorteland Duitsland.
Met op de achtergrond 800 kloosters en abdijen over de hele wereld met meer dan 24.000 religieuzen schrijft hij, vanuit een internationaal perspectief, hoe o.a. ook in China, Noord-Korea en Afrika de interculturele dialoog wordt gevoerd en hoe bijvoorbeeld een ziekenhuis in Mantsjoerije tot stand komt. Als bedoeld door Benedictus bij de stichting van het eerste klooster Monte Cassino in 529 in Italië gaat het bij deze orde om het samen optrekken van woord en daad, om geestkracht en daadkracht.
Vanuit zijn geloof, traditie en ervaringen neemt hij daarna de vrees in Europa op de korrel “om afstand te doen van enige welvaart, en komt op voor persoonlijke vrijheid, meer eigen initiatief en minder betutteling door de overheid”.
 Het Geloof dat de Schepping en de schepselen door God zijn gewild en gecreëerd en niet gemaakt door de mens als schepper-god, leidt zo concludeert hij, tot een realistische opstelling van verantwoordelijkheid aanvaarden, en dat in vertrouwen op God en medemensen en met perspectief. “Wij bezitten dus een fundament. Wij kunnen weten wie we zijn. Wij hebben daarom geen reden tot pessimisme”. Dat wenst hij ons en het Avondland toe. Warm aanbevolen!     

Henk Bikker

Klaus Berger e.a.: De Dood leeft! – Uitgeverij Kok-Kampen, ISBN 9789043517690

In 2010 organiseerde de Stichting Leidse Lezingen een symposium rond het thema “De dood leeft: denken over na de dood en ons leven vóór de dood”. Sprekers op dat symposium waren o.a. de Nieuwtestamenticus Klaus Berger, de schrijfster Désanne van Brederode en de arts/columnist Bert Keizer.
In de bundel die bij dit symposium werd uitgegeven, schrijven zestien auteurs ieder een artikel dat de diverse kanten van het thema belicht. Zij doen dat vanuit theologisch of filosofisch perspectief en veelal met historische of bredere spirituele interesse.
In een tweetal bijdragen komen auteurs aan het woord die gevraagd waren te schrijven vanuit de ervaringen die zij met en na de dood van een nabije ander hebben opgedaan.
Op deze wijze is een gevarieerde bundel tot stand gekomen. Het geheel van bijdragen aan de bundel heeft een caleidoscopisch karakter. Dat geeft ook aan dat we met de dood aan de grens staan van zowel ons “zijn” als ons kennen. Maar binnen die grenzen van onze eindigheid is het goed om naar woorden te zoeken waarmee we onze onkunde over de dood (en daarmee over het leven) juist staande en gaande kunnen houden als openheid naar het oneindige.  Dan is de onwetendheid op dit punt geen manco, maar juist “geléérde onwetendheid”.

Jan Bruin

Op de Grens van Geest en Stof
Ondertitel: Electromagnetisme en het heilige
Lawrence W. Flagg
Vertaling: Gerrit Teule
Uitgeverij Synthese b.v. 2007

Dr. Fagg is emeritus research professor in de kernfysica en heeft een studie gemaakt van het verband tussen geest en de theoretische fysica waarbij hij een bijzonder gewicht hecht aan elektromagnetische Interactie afgekorte EMI. 
In het eerste deel, getiteld Elektromagnetisme in de natuurlijke wereld, geeft hij een overzicht van de historische ontwikkelingen in de fysica. Hij bespreekt de vier bekende natuurkrachten en de bouwstenen van de materie zoals Up en Down Quarks, Elektronen, Muonen, etc. Ook behandelt hij Elektromagnetische straling van radiogolven tot en met kosmische straling en laat zien hoe universeel deze interactie is in ons bestaan als mens in de aardse natuur. Ook noemt hij de belangrijkste ontdekkers van al deze fenomenen.
Kortom een aardig en didactisch verantwoord overzicht voor de geïnteresseerde leek.
In het tweede deel, getiteld Elektromagnetisme en spiritualiteit, tracht Fagg en brug te slaan tussen “Geest en Stof”. Ik denk, als bespreker van dit boek, er verstandig aan te doen om hem letterlijk te citeren: “We kunnen de EMI zien als een analogie, of als correlatie, of als een werktuig voor Gods immanentie. In alle gevallen geldt dat de intellectuele erkenning hoe vitaal elektromagnetisme is voor de werking van ons en alle aardse natuur, op haar beurt een stoot kan geven voor het intuïtieve gevoel dat deze universaliteit op zo’n intiem niveau enige relatie moet dragen met Gods inwoning.”  Dit is geen gemakkelijk uitspraak om te doorgronden maar wil men daarin slagen is het aan te bevelen om het boek in zijn volledigheid te bestuderen.
Het aardige is dat Henk Hogeboom van de Stichting Teilhard de Chardin, telefoon 072-5332690, wonende Op de Wieken 5 te Heiloo, bereid is om het boek beschikbaar te stellen voor de leden van de PKN.

Allan R. de Monchy

Sara Maitland: Stilte als antwoord. Oorspronkelijke titel: A Book of Silence. Ned. Uitgave bij Scriptum Schiedam, 2010.
ISBN 978 90 5594 / NUR 734

Het heeft iets van een paradox: praten en schrijven over stilte.
Is stilte niet bij uitstek een ervaring voorbij geluid en woorden?
Judith Herzberg schreef het gedicht Ziekenbezoek

Mijn vader had een uur lang zitten zwijgen bij mijn bed.
Toen hij zijn hoed had opgezet
zei ik, nou, dit gesprek
is makkelijk te resumeren.
Nee, zei hij, toch niet,
je moet het maar eens proberen.

Stilte, gevuld met zwijgen en tegelijkertijd vol met woorden...

Sara Maitland (1950) schreef een prachtig boek over stilte, waarin zij aantoont dat stilte meer en anders is dan bijvoorbeeld het ontbreken van geluid of woorden.
Maitland is een bekende Britse schrijfster van romans en korte verhalen.
Begin jaren negentig veranderde haar leven: de kinderen gingen de deur uit en haar huwelijk met een Anglicaanse dominee liep uit op een echtscheiding. Het schrijven ging haar steeds moeilijker af en ze verhuisde van Londen naar het platteland.
Voor het eerst woonde ze alleen. Geleidelijk aan verdiepte ze zich steeds meer in meditatie en gebed om haar geest leeg te maken. Ze voelde dat stilte haar hielp om de dingen te zien zoals ze werkelijk waren.
Ze werd nieuwsgierig naar wat er zou gebeuren als ze de stilte actief zou opzoeken; als ze nóg minder tijd zou doorbrengen met mensen.
Ondanks de kritische reacties uit haar omgeving dat stilte ‘de plek is van de dood’ en ‘alle stilte wacht om doorbroken te worden’ gaat ze het experiment aan. Daarover vertelt ze in haar boek.
Maar het grootste deel van het boek gaat niet over haarzelf maar gaat over wat anderen over stilte hebben geschreven: solo-zeilers, kluizenaars, avonturiers en vuurtorenwachters. Het gaat ook over mensen die in eenzame opsluiting gevangen hebben gezeten, zoals gijzelaars. De religies komen ook aan bod waaronder de stilte vieringen van de Quakers. Maitland gaat in op de vraag hoe je Genesis 1 leest waar God de stilte doorbreekt met spreken.
Maitland ontdekt positieve en negatieve krachten van de stilte.
Een kluizenaar wordt ze uiteindelijk niet maar ze neemt wel een aantal beslissingen waardoor stilte een vaste plek kan krijgen in haar dagelijkse leven.

Ik vind ‘Stilte als antwoord’ een meeslepend boek. Het analyseert de stilte en je krijgt ook nog eens een prachtige cultuurgeschiedenis in de schoot geworpen.
Zelf ben ik ook bezig met het oefenen van stilte en hoe (stille) afzondering zich verhoudt met het sociale leven. Begin september probeer ik een stilteretraite van vier dagen. Het boek van Maitland gaat mee in de koffer.
Stilte als antwoord heeft ook veel te bieden als je zelf niet zo’n stiltezoeker bent.
Maar ook als je er eentje wilt worden.

Ds. Hanneke Ruitenbeek

Waar blijft DE  ZIEL?, door Bert Keizer
Uitgeverij Balans
Bert Keizer is behalve columnist van Trouw, arts in een verpleeghuis. Hij schrijft dus vanuit een betrokken positie en roert zijn pen over onderwerpen die de denkende en de lijdende mens betreft. In de maand van de filosofie verscheen zijn boek.  
In het boek neemt hij de nodige afstand tot mensen, zoals prof. D. Swaab met zijn boek: ”Wij zijn ons brein”. Met de nodige humor en nuchtere gevoeligheid verzet hij zich tegen mensen als Swaab en Victor Lamme die, volgens Keizer, neurologie en filosofie met elkaar verwarren.
Wanneer je de rode lijn in het boek vasthoudt word je op een betrokken wijze de wereld van de neurosofie binnengeleid. Keizer geeft eerst  een compacte geschiedenis van de weg, of de wegen van de ziel. Van een wereld die “bezield” was, van bomen en dieren tot vulkanen en donderwolken. Hoe bij de Grieken en later bij Descartes de ziel een “eigen leven” ging leiden tot de strikte, moderne scheiding tussen lichaam en ziel. Tussen haakjes: aan deze visie en de daaruit ontstane ontwikkelingen danken we de zegeningen van de medische wetenschap!
Het bezwaar van Keizer is dat o.a. de bovengenoemde mensen doorschieten. Hij pleit met anderen voor een meer omvattend idee, in de zin van: wij zijn onze geest. Denk bijvoorbeeld hoe een spreker  een zaal binnenkomt. Aan zijn of haar houding is al een beetje te zien of hij of zij “bezield” is.  Ludwig Wittgenstein zegt: “Het menselijke lichaam is het beste beeld van de menselijke ziel.” En dan zijn we bij onszelf!
In 145 bladzijden bent u prettig bijgepraat over ons brein en onze ziel.

Ds. Robert Blaauw

Nieuwe bundel ‘Kaarsenliederen’
Onlangs verscheen bij uitgeverij Boekscout een nieuwe bundel met liturgische kinderliederen  van Hanneke Koopmans (teksten) en Jelle Jan Klinkert (muziek).
Titel: Op tafel staat een kandelaar
Het boek is te bestellen bij de boekhandel. 
ISBN 978-94-6176-849-0,  € 14,95

Emo’s Reis, een historisch culturele ontdekkingstocht door Europa in 1212, door Dick E.H. de Boer,
Uitgeverij Noordhoek 2011, ISBN 978 90 330 07 880, prijs € 29,75.

Een erg mooi boek over Emo de eerste abt van het “Nijeklooster” even buiten Wittewierum,  gesticht in 1207. In juni 1211 schonken de kerkpatroons van het dorp Wierum hun kerkgoederen aan het nieuwe klooster.
Nadat de bisschop van Münster dit ongedaan had gemaakt, tekende Emo in september protest aan en op 9 november vertrokken Emo en zijn vriend Hendrik naar Rome om gedaan te krijgen dat het besluit van de bisschop zou worden herroepen. De gehele tocht van 9 november 1211 tot 6 juli 1212 heeft Emo beschreven in de Cronica Floridi Horti ( de Kroniek van Bloemhof). Deze is sinds 1852 in het bezit van de Universiteit van Groningen.
Met een aantal medewerkers heeft prof. Dick de Boer zowel de heenreis via Frankrijk als de terugreis vanuit Rome via Zwitserland in kaart gebracht; historisch via archieven langs de route en geografisch via onderzoek ter plaatse. Elke dag wordt prachtig beschreven met daarbij op elke bladzijde een tekening of enkele foto’s, een kaartje ed.
De heenreis via Maastricht, Troyes, Lyon, Torino, Sienna naar Rome wordt in 194 blz. geschetst. Voor de terugreis via Villa Franca, Milano, Lugano, Chur, Zürich en Köln en daarna via Münster en Coevorden naar Wierum zijn 128 blz. ingeruimd. U kunt zo de reis zelf gaan maken.
Op 19 januari 1212 arriveren Emo en zijn reisgezel in Rome. Hun bezoeken aan tal van historische plaatsen en aan de paus in het paleis van Lateranen wordt in 97 blz. aandacht gegeven. Op 11 maart wordt de terugreis aanvaard met de documenten van de Curia, het bestuursapparaat van de Kerk op zak .De reis was niet voor niets geweest.
Het was overigens een spannende tijd onder de bekende Paus Innocentius III. De Kruistochten waren volop aan de gang.
Op 6 juli 1212 arriveerden Emo en zijn vriend weer in Wierum met het document van de Paus waarbij het besluit van de bisschop ongedaan werd gemaakt en de schenking van de kerkgoederen aan het klooster bleef gehandhaafd. De toekomst van het Nijeklooster werd daarmee een stuk zonniger. Bij terugkomst werd het dorp omgedoopt in Wittewierum vanwege de gebleekte pijen van de Premonstratenzerorde, waartoe de monniken van het Nijeklooster gingen behoren.
In het boek is ook opgenomen een mooie kaart  van de vele kloosters in het Groningse land rond 1200. Het Nijeklooster is in 1561 opgeheven. Aan de volharding van een abt als Emo hebben we als Christenen in deze streken echter veel te danken.
Voor dit boek geldt: warm aanbevolen en veel leesplezier!
Een exemplaar is inmiddels beschikbaar in de bibliotheek van de Ter Coulsterkerk, zie het litteratuurrek.( bij het lenen graag het boekenkaartje in het bakje invullen; standaard uitleenvoorwaarde).                          

Henk Bikker   

Het vergeten christendom, Philip Jenkins
De duizendjarige bloeitijd van de kerk in het Midden-Oosten, Azië en Afrika; Nieuw Amsterdam Uitgevers 2011 ISBN 978 90 468 1042 2

In Macerata, in de Marche, in Italië, staat op het plein voor de Duomo een klein standbeeld van Matteo Ricci. Onder zijn naam staan Chinese lettertekens afgebeeld. Chinese toeristen leggen bloemen bij het standbeeld. Of zijn het bij nader inzien pelgrims? Matteo Ricci heeft namelijk sinds 1577 als missionaris in China gewerkt. Hij was niet de eerste.
Al eerder, in de zevende eeuw, was het christelijk geloof in China via zendelingen in China en Japan gearriveerd, maar deze missie was op een fiasco uitgelopen. Ook de missie van Matteo Ricci vond een einde.
Het latere protestants en katholiek zendingswerk in de 19de eeuw liep ook schijnbaar op niets uit, toen de communisten in 1949 de macht overnamen. Maar sindsdien is de christelijke gemeenschap in China alleen maar opgebloeid. Er zijn zelfs plannen om de zijderoute te herstellen en nu in omgekeerde richting de route als weg te gebruiken voor de christelijke missie.
Dit is maar één van de voorbeelden uit het fascinerende boek van Philip Jenkins over de duizendjarige bloeitijd van de kerk in het Midden-Oosten, Azië en Afrika. Fascinerend is het omdat hij in allerlei op het oog andere gebruiken en rituelen restanten van het christelijk geloof opmerkt en sporen of fossielen van een vroeger verbreid christelijk geloof in het Midden-Oosten, China en Japan heeft ontdekt.
Hij vindt dat we naast de zendingstheologie, die we koesteren, ook een uitstervingstheologie nodig hebben als een soort nachtwake om het mysterie van de overleving te kunnen ontdekken.
De historicus Leopold von Ranke zei ooit, dat alle tijden even ver verwijderd zijn van de eeuwigheid en even direct toegankelijk voor Gods aanwezigheid. Deze visie vormt een correctie bij de gedachte, dat het christendom in het Westen op zijn laatste benen loopt. De kerkgeschiedenis van het Westen is mogelijk wel meer bekend, maar voor de geschiedenis van het christendom in het Oosten vormt dit boek een belangrijke bron. Het christendom blijkt een onvermoede veerkracht te hebben.
Theodorus Beza zei reeds in de 16de eeuw dat de kerk een aambeeld is waarop al menig hamer is versleten.
De geschiedenis van het christendom en van de kerk kan alleen ten volle gewaardeerd worden als we naast de overwinningen en expansie ook de nederlagen en rampen zien. 
Het boek gaat niet bepaald alleen over de archeologie. Het mysterie van de overleving krijgt de volle aandacht. Het eindigt hoopvol met een citaat van dichter Charles Olson : de keten van herinnering is wederopstanding.
De auteur is hoogleraar Geesteswetenschappen aan de Pennsylvania State University.  

 Ds F.J. van der Wind

Historie der Martelaren, een bijzonder present voor de bibliotheek
Ondertitel: Die, om hun getuigenis der Evangelische Waarheid, hun bloed gestort hebben
Van Christus onzen Zaligmaker af tot het jaar 1655.
Versierd met meer dan 130 platen
Uitgever D. Bollen te Rotterdam 1881 (?)

Dit prachtig in leder ingebonden boekwerk is aan onze kerk geschonken door de familie Van der Krans-Klein, wonende aan de Werkendelslaan 10 in Heiloo. Dit familiestuk werd ooit geschonken door “Opa Spilt” en mocht nooit verkocht worden maar schenken is dus een ander verhaal.
Zoals de titel reeds aangeeft beschrijft dit boek in goed leesbaar Nederlands de lijdensweg van vele christenen door de eeuwen heen. De vele illustraties alsmede de teksten beschrijven de vaak gruwelijke wijze waarop de martelaren werden omgebracht en ook wordt aangegeven de levensloop en om welke reden de vervolgingen hebben plaatsgevonden.
In totaal 1100 pagina’s tekst in twee kolomen per pagina.
Een boeiend aspect van het boekwerk zijn de drietal voorwoorden; vooral dat van dr. A. Kuyper (Abraham Kuyper van de VU, ons welbekend) met de titel: “Aan de Gereformeerde Christenheid bij het lezen van haar Martelaarsboek”.
Daarnaast zijn er uitgaven van de “Roomsche” Kerk en zelfs van de Wederdopers en Doopsgezinden. 
Als goed gereformeerde christen dien je op je hoede te zijn dat hij het echte gereformeerde boek in handen krijgt, wordt het waarschuwend gesteld. Ook dien je beducht zijn tegen de heiligenverering en dat het tegen u zou kunnen getuigen in den dag des oordeels.
Hieruit spreekt een protestants-paternalistisch tijdsbeeld, typisch voor die tijd. Om al deze redenen een, uit historisch perspectief, boekwerk van betekenis en het wordt dan ook van harte aanbevolen om al bladerend te bestuderen.

Dit boek wordt niet uitgeleend als actueel boek maar kan worden geraadpleegd in onze kerk op verzoek aan een van de leden van de bibliotheek-commissie. Het mag dus de Ter Coulsterkerk niet verlaten.

Allan R. de Monchy


Dr. M. A. Beek: Aan Babylons Stromen, Uitgeverij Maatschappij Kosmos Amsterdam-Antwerpen

Hierbij bied ik een boek aan dat moeilijk te koop zal zijn daar het al in de vijftiger jaren van de vorige eeuw is geschreven. Ik heb het dubbel dus ik kan het mooi schenken aan de uitleenbibliotheek.
De reden dat ik het wil aanbieden aan de bibliotheek voor uitleen is dat ik het een buitengewoon waardevol en boeiend boek vind. Hier worden de oude beschavingen van Mesopotamie beschreven vanaf 3200 jaar voor Christus. Vanaf die tijd zijn kleitabletten gevonden van de Sumeriers die waarschijnlijk als eersten van de mensheid het schrift hebben uitgevonden.
Aan de orde komt ook ons Oude Testament met de wetten van Mozes en hoe die in relatie staan met de wetten van Hammurabi. Zo ook  het Gilgamesj epos waar ook Adam en de zondvloed  worden vermeld en de joodse ballingschap in Babylon van Nebukadnesar, om maar enkele voorbeelden te noemen.
Babylon was in die tijd een schitterende stad waar niet veel meer van over is dan de ruïne van de toren van Babel. Wie haar of zijn kennis over deze oude beschavingen, in combinatie met het Oude Testament, wil verruimen heeft hieraan een schitterend boek.
Misschien zult u zich afvragen: is er geen modernere literatuur? Waarschijnlijk niet veel van groot belang wegens de onrust in de regio (het huidige Irak) waardoor de meeste opgravingen zijn stopgezet.

Allan de Monchy

Wie is Jezus Christus? Een vrijzinnig orthodox antwoord, door E. Meijering. Uitgeverij Kok.

Eerst een citaat: “Het inzicht dat er een ontwikkeling is in het vroegchristelijke denken en spreken over Jezus kan ook gevolgen hebben voor ons eigen spreken en denken over hem. Laten we met het denken beginnen. Van theologen in iedere generatie wordt verwacht een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling in het spreken over Gods openbaring in Jezus Christus. Dat betekent dat men van hen verwacht dat zij niet herhalen wat anderen hebben gezegd, maar dat zij zelf zeggen wat zij zelf denken. Zo blijft het een levende ontwikkeling, al is de kans groot dat daarin niet veel wezenlijk nieuwe dingen worden gezegd. Die ontwikkeling is geen vooruitgang of achteruitgang, maar een pogen om het oude nieuw te zeggen of het nieuwe op een oude, vertrouwde manier te zeggen, zodat het begrepen kan worden.” (pagina 122)
Dit boekje van 125 pagina's geeft een compact inzicht in of, zo u wilt, overzicht van “de ontwikkeling in het denken en spreken over Jezus.” En dat vanaf het allereerste begin.
Zo neemt Meijering ons mee in de visie op Jezus : “Wie was Jezus van Nazareth” (lage christologie) tot: “Wie is Jezus Christus”  (hoge christologie). Aan deze verschillende titels voor de Zoon van God leest u al af de beweging die Meijering maakt tussen “vrijzinnigheid”en “orthodoxie”- zie de ondertitel.
Het aardige is dat hij beide stromingen recht doet doordat hij ze met liefde benadert en aan het denken zet, terwijl hij toch niet schuwt om zijn mening over verzoening, kijk op de evangeliën, persoon van Jezus en andere zaken, weer te geven. De auteur zoekt met een doorleefde liefde voor Christus zijn weg in het theologische landschap.
Het is geen duur boekje (€ 13,80) en nu we leven vlak voor Advent en Kerstmis frist het ons geheugen en onze bezinning, via een toegankelijke weg, op. Wie is Jezus nu en in welke relatie staan wij tot Hem? Via een vlot en inlevend geschreven verhaal neemt hij ons mee door de  kerk- en geloofsgeschiedenis om uit te komen bij jezelf.
Een boekje dat zicht biedt op het verstaan van Jezus.   

R.J. Blaauw

JongerenbijbelJongerenbijbel met de tekst van de Nieuwe Bijbelvertaling. Nederlands Bijbelgenootschap 2006, NBG en EO ronduit, Heerenveen 2006, ISBN 90-6126-860-5

Florisca van Willigen, jeugdwerker in onze protestantse gemeente, heeft in het Kerkblad van juni 2011 deze prachtige Bijbel warm aanbevolen. Inleidingen, thema pagina’s en achtergrondinformatie sluiten goed aan bij de interesse van jongeren.
Je vindt er o.a. een Bijbel leesrooster, een toelichting op Joodse tijden als de feesten en de jaartelling  en een korte toelichtende woordenlijst bijv. bij Alfa en Omega, Jubeljaar en Sabbatsreis, maar ook een tekening van de Joodse Tempel en een kaart van het oude Jeruzalem.
Samen met de meer dan 400 bladzijden toelichting, kaarten e.d. omvat deze bijzondere uitgave iets meer dan 1600 bladzijden. Begin 2011 waren al meer dan 100.000 exemplaren van deze Bijbel verkocht. In samenhang met het Nederlands Bijbelgenootschap en uitgeverij Jongbloed heeft de Evangelische Omroep in februari 2011 de website www.jongerenbijbel.nl gelanceerd.
Extra informatie wordt geboden in tekst, afbeeldingen en filmpjes, schrijft Florisca. Ook is er een zoekmachine beschikbaar.
De bibliotheek van de Ter Coulsterkerk beschikt over een inkijkexemplaar, dat ook één tot twee weken kan worden geleend. De prijs voor deze bijzonder mooie uitgave bedraagt in de boekhandel momenteel € 53.50. 

Henk Bikker

Wat ik geloof  “Wat ik geloof”, Hans Küng, vertaald uit “Was ich glaube”, Piper Verlag, München door Karl van Klaveren; uitgave Ten Have, Kampen 2010

“Zegt U eens eerlijk. Wat gelooft U persoonlijk? In dit boek komt een overtuigd Christen aan het woord die zich vergaand laat bevragen over de reikwijdte van het Christen zijn en over zijn persoonlijk geloof. Hij probeert dat met grote openheid onder woorden te brengen.
Hans Küng is daarbij goed op de hoogte van de stand van de natuurwetenschappen en van wat de filosofie meent aan visie op het leven te kunnen inbrengen. Hij durft echter ook keuzes te maken op basis van de woorden van betrouwbare getuigen als met name in de Bijbel en op basis van vele ervaringen met onverwachte wendingen in de geschiedenis. Hij concludeert: de geschiedenis wordt niet alleen bepaald door wetmatigheden.
Hans Küng, nu 83 jaar, geldt als één van de vooraanstaande denkers van onze tijd. Binnen de Kerk van Rome liepen de discussies waarbij hij werd betrokken over vernieuwing en oecumenische openheid soms hoog op. Hij is echter ook in dat visioen van verandering blijven geloven en vond in de conclusies van het Tweede Vaticaans Concilie  uiteindelijk een aantal vitale veranderingen bevestigd.
Zijn visioen van een verzoende Christenheid, van Vrede tussen de religies en van een echte gemeenschap van naties heeft hij in Oost en West toegelicht al ver voor het vallen van de Muur in 1989. Wat de consequenties voor de praktijk betreft, stond hij letterlijk en figuurlijk naast Martin Luther King in de VS en ook naast aartsbisschop Helder Camara tijdens een aantal bisschoppenconferenties in Brazilië, maar ook voor de Vergadering van de Verenigde Naties en in het bijzonder de Commissie voor Human Rights.
Küng komt na ongeveer 330 blz. op zijn levensvisioen en vat dat samen met de woorden van Paulus in 1 Korinte 13 vers 8 tot 13 die beginnen met “De liefde zal nooit vergaan……”. Hij schrijft: “Daarin, in deze woorden wordt alles waarin ik geloof en waarop ik hoop, vervuld”.
Het boek is helder geschreven en boeiend door zijn eenvoud. Het is besteld voor de bibliotheek van de Ter Coulsterkerk. Ook in de boekhandel verkrijgbaar voor 21.90 euro.

Henk Bikker  

 

terug